i
Houd de tonercartridges vast aan de
gekleurde hendels en plaats ze een
voor een terug in de drumeenheden (zie
afbeelding). Zorg ervoor dat u de
kleurcartridge bij hetzelfde kleurlabel in
de drumeenheid plaatst, en dat u de
hendel van de tonercartridge (A) naar
beneden duwt zodra de tonercartridge
zich op zijn plaats bevindt. Herhaal dit
voor alle tonercartridges.
1 C - Cyaan
2 M - Magenta
3 Y - Geel
4 K - Zwart
108
j
Duw de drumeenheid zo ver mogelijk in
de machine.
k
Sluit de voorklep van de machine.
l
Steek eerst de stekker van het netsnoer
weer in het stopcontact
en sluit vervolgens alle kabels opnieuw
aan.
Zet de machine aan.