Aansluiten op het
Voor kabels die uit de unit komen, kan een
frame
beschermende mantelbuis worden
aangebracht in de uitbreekopening.
Bescherm de kabels met plastic buizen om
te voorkomen dat de rand van de
uitbreekopening in de kabels snijdt
wanneer u geen mantelbuis gebruikt.
A Binnenkant van de buitenunit
B Buitenkant van de buitenunit
a Draad
b Bus
c Moer
d Frame
e Slang
OPMERKING
Voorzorgsmaatregelen
uitbreekopeningen:
▪ Let op dat u de behuizing en de leidingen eronder niet
beschadigt.
▪ Na het uitslaan van de uitbreekopeningen, verwijdert u
best de bramen en brengt u reparatieverf aan op de
randen en de delen rond de randen om roestvorming te
voorkomen.
▪ Omwikkel de elektrische bedrading met beschermtape
om
beschadiging
uitbreekopeningen te voorkomen.
a
b
a
Uitbreekopening
b
Braam
c
Afdichting, enz.
7 Breng het servicedeksel weer aan. Zie
sluiten" op
pagina 25.
8 Installeer
een
aardlekschakelaar
voedingsleiding.
6.8
De installatie van de buitenunit
voltooien
6.8.1
De installatie van de buitenunit voltooien
1 Isoleer en bevestig als volgt de koelmiddelleiding en de
doorverbindingskabel:
c
a
d
b
e
f
a
Gasleiding
b
Isolatie gasleiding
RZASG71~140M_V1+Y1
Sky Air Advance-series
4P486047-1C – 2019.04
A B
a b c
d
e
bij
het
uitslaan
van
de
bij
het
doorvoeren
door
de
c
"6.8.2 De buitenunit
en
zekering
op
c
Doorverbindingskabel
d
Vloeistofleiding
e
Isolatie vloeistofleiding
f
Afwerkkleefband
2 Plaats het servicedeksel terug.
6.8.2
De buitenunit sluiten
2
6.8.3
Isolatieweerstand van de compressor
controleren
OPMERKING
Als zich na de installatie koelmiddel verzamelt in de
compressor, kan de isolatieweerstand over de polen
afnemen, maar de machine blijft werken zo lang deze
weerstand minstens 1 MΩ bedraagt.
▪ Meet de isolatie met een 500 V megger.
▪ Gebruik geen megger voor laagspanningscircuits.
1 Meet de isolatieweerstand over de polen.
Als
≥1 MΩ
<1 MΩ
2 Schakel de voeding IN en laat ze 6 uur aan.
Gevolg: De compressor warmt op en verdampt alle koelmiddel
in de compressor.
3 Meet de isolatieweerstand opnieuw.
de
7
Inbedrijfstelling
7.1
Overzicht: Inbedrijfstelling
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet
weten om het systeem na de installatie in gebruik te stellen.
Typische werkstroom
Het in bedrijf stellen houdt typisch volgende stappen in:
1
De "Controlelijst voor de inbedrijfstelling" controleren.
2
Het systeem testen.
7 Inbedrijfstelling
3
1×
Dan
Isolatieweerstand is OK. Deze procedure
is voltooid.
Isolatieweerstand is niet OK. Ga naar de
volgende stap.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
25