Verdampingsfilter en luchtfilter plaatsen
Let op
Het apparaat mag in de bedrijfsmodus luchtkoeling niet
zonder verdampingsfilter worden gebruikt, omdat
anders de Koeling niet werkt.
Let op
Gebruik het apparaat nooit zonder geplaatst luchtfilter
bij de luchtinlaat!
Zonder luchtfilter vervuild het apparaat inwendig,
hierdoor kan de capaciteit worden verminderd en het
apparaat worden beschadigd.
• Zorg voor het inschakelen, dat het verdampingsfilter en het
luchtfilter zijn geplaatst.
Ventilatielamellen instellen
• Voor het inschakelen van het apparaat de
ventilatielamellen bij de luchtuitlaat instellen.
10
Geur-optie
Het apparaat biedt tevens de mogelijkheid om tijdens bedrijf een
geur te verspreiden.
Let op
De geurolie alleen vullen in het hiervoor bedoelde
geurolie-reservoir (17).
Gebruik hiervoor een in de handel verkrijgbare geurolie. Ga als
volgt te werk voor het gebruik van de geur-optie:
ü Het apparaat is uitgeschakeld en de netstekker van het
netsnoer is uit het stopcontact.
1. Schuif het geurolie-reservoir uit de houder en druppel 2 tot
3 druppels geurolie in het geurolie-reservoir.
17
2. Schuif het geurolie-reservoir weer in de houder.
3. Plaats het geurolie-reservoir (17) in het apparaat.
Vaste wateraansluiting
Wordt het apparaat gedurende een langere periode gebruikt of
als u het waterreservoir niet continu wilt vullen, bestaat de
mogelijkheid een slang voor de vaste wateraansluiting op de
slangaansluiting (12) aan te sluiten.
Let op
Heeft u de slang eenmaal gedemonteerd in de
verschillende losse onderdelen, mag deze niet meer
worden gebruikt.
Houd rekening met een waterinlaatdruk van minimaal
0,1 MPa tot maximaal 0,4 MPa. De watertemperatuur
moet onder 25 °C liggen.
ü Het apparaat is uitgeschakeld en van het stroomnet
gescheiden.
luchtkoeler PAE 49 / PAE 50
NL