Inhoudsopgave
Advertenties
Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat klaar voor gebruik is opgesteld, zoals in
hoofdstuk inbedrijfstelling is beschreven, kan het worden
ingeschakeld.
1. Druk op de toets On / Off (34).
ð Het apparaat start in de bedrijfsmodus Ventilatie met
ventilatorsnelheid 1.
ð De LED's Ventilatie (26) en Ventilatorsnelheid 1 (20)
branden wit.
ð De LED On / Off (23) brandt rood.
Bedrijfsmodus instellen
Het apparaat beschikt over de volgende bedrijfsmodi:
• Luchtkoeling
• Luchtverfrissing
• Ventilatie
Luchtkoeling
De bedrijfsmodus Luchtkoeling kan bij alle bedrijfsmodi tegelijk
worden ingeschakeld.
Bij de bedrijfsmodus Luchtkoeling wordt de pomp ingeschakeld
en het water via het verdampingsfilter verdeeld, om de
circulerende lucht te koelen. Is het waterreservoir leeg, knippert
de LED Humidity (27).
Ga als volgt te werk, om de Luchtkoeling in te schakelen:
1. Druk op de toets Humidity (28).
ð De LED Humidity (27) brandt wit.
ð De pomp wordt ingeschakeld.
2. Druk op de toets Speed (33), voor het instellen van de
gewenste ventilatorsnelheid (1 tm. 4).
3. Druk opnieuw op de toets Humidity (28), als u de
Luchtkoeling wilt uitschakelen.
ð De LED Humidity (27) gaat uit.
ð Het apparaat draait verder in de eerder ingestelde
bedrijfsmodus.
Let op
Tijdens de bedrijfsmodus Luchtkoeling mogen het
lucht- en verdampingsfilter niet worden verwijderd,
omdat anders het water uit het filter binnenin het
apparaat druppelt.
Luchtverfrissing
In de bedrijfsmodus Luchtverfrissing ontstaat een toe- en
afnemende ventilatorsnelheid, voor een aangename, natuurlijke
luchtstroom.
Ga als volgt te werk, om Frisse lucht in te schakelen:
1. Druk op de toets Mode (29), tot de LED Frisse lucht (18)
brandt. De ventilatorsnelheden wisselen automatisch.
12
Ventilatie
In de bedrijfsmodus Ventilatie kunnen alle 4 snelheidsniveaus
handmatig worden gekozen.
Ga als volgt te werk, om de Ventilatie in te stellen:
1. Druk op de toets Mode (29), tot de LED Ventilatie (26)
brandt.
2. Voor het instellen van de ventilatorsnelheid, drukken op de
toets Speed (33), tot de LED voor de gewenste
Ventilatorsnelheid (20) brandt.
Nachtmodus
In de nachtmodus kan tevens de Luchtkoeling worden
ingeschakeld.
Luchtverfrissing kan niet tegelijk worden ingeschakeld.
De timer is automatisch ingesteld op 8 h.
Het apparaat werkt in de nachtmodus met een vooringesteld
programma met verschillende ventilatorsnelheden, om te
zorgen voor een aan de slaapbehoefte aangepaste luchtstroom.
1. Druk op de toets Mode (29), tot de LED Nachtmodus (19)
brandt.
Timer instellen
De timer werkt op twee manieren:
• Automatisch inschakelen na een vooringesteld aantal uren.
• Automatisch uitschakelen na een vooringesteld aantal
uren.
De functie kan in alle bedrijfsmodi en tijdens standby-bedrijf
worden ingesteld.
Het aantal uren kan worden ingesteld op 1 h, 2 h, 4 h of 8 h.
Automatisch inschakelen
ü Het apparaat is uitgeschakeld.
1. Druk op de toets Timer (30), tot het gewenste aantal uren
door de LED's Uren (25) wordt weergegeven.
ð De timer is ingesteld op het gewenste aantal uren.
ð Het apparaat start na het ingestelde aantal uren
automatisch in de vooraf ingestelde bedrijfsmodi.
luchtkoeler PAE 49 / PAE 50
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
