Elektrische aansluiting
Energierijke transiënten in geval van lange signaalkabels
‣
Installeer een passende overspanningsbeveiliging (bijv. E+H HAW562) voor het
instrument.
Speciale voorschriften conform FDA 21 CFR deel 11:
• De gebruiker moet de passende vaardigheden en kwalificaties hebben voor het
aansluiten van het instrument. Aansluitfouten kunnen op die manier worden
voorkomen.
• De gebruiker is verantwoordelijk voor het selecteren van de juiste ingangsbereiken en
voor het aansluiten van geschikte sensoren.
• Gebruikers moeten waarborgen dat met de aangesloten sensoren niet kan worden
gemanipuleerd en dat deze passend zijn aangesloten en bedraad.
• Een optionele klemafdekking is leverbaar om manipulatie van de instrumentklemmen
en de klemtermperatuurmeting te voorkomen. Het is de verantwoordelijkheid van de
gebruiker, te controleren of het instrument correct is geïnstalleerd en afgedicht.
• De gebruik is verantwoordelijk voor het aanhouden van de EMC-grenswaarden op de
installatielocatie (zie technische gegevens).
6.2
Aansluitinstructies
6.2.1
Kabelspecificatie
Kabelspecificatie, veerklemmen
Alle aansluitingen aan de achterzijde van het instrument zijn ontworpen als insteekschroef of
-veerklemmenblokken met beveiliging tegen ompolen. Hierdoor is het aansluiten snel en
gemakkelijk mogelijk. De veerklemmen worden ontgrendeld met een platte schroevendraaier
(maat 0).
Let op het volgende bij de aansluiting:
• Aderdiameter, hulpspanningsuitgang, digitale I/O en analoge I/O max. 1,5 mm
(veerklemmen)
• Aderdiameter, voeding: max. 2,5 mm
• Aderdiameter, relais: max. 2,5 mm
• Striplengte: 10 mm (0,39 in)
Er hoeven geen adereindhulzen te worden gebruikt bij het aansluiten van soepele aders
op veerklemmen.
Afscherming en aarding
Een optimale elektromagnetische comptabiliteit (EMC) is alleen gewaarborgd, wanneer
systeemcomponenten en in het bijzonder de kabels, zowel sensor- als communicatiekabels,
zijn afgeschermd en de afscherming een zo volledige mogelijke omhulling vormt. Een
afgeschermde kabel moet worden gebruikt voor sensorkabels die langer zijn dan 30 m. Een
afschermingsbedekking van 90% is ideaal. Bovendien moet worden gewaarborgd dat geen
sensor- en communicatiekabels bij de installatie worden gekruist.. Sluit de afscherming zo
vaak mogelijk aan op de referentie-aarde om optimale EMC-bescherming voor de
verschillende communicatieprotocols en aangesloten sensoren te waarborgen.
16
2
(13 AWG) (schroefklemmen)
2
(13 AWG) (veerklemmen)
Memograph M, RSG45
2
(14 AWG)
Endress+Hauser