4. Voor het handhaven van de actuele ruimteluchtvochtigheid,
de draaischakelaar Aan/uit/instelwaarde
luchtvochtigheid (11) langzaam linksom draaien, tot de
compressor uitschakelt.
Bedrijfsmodi instellen
Gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid instellen
1. Regel de gewenste luchtvochtigheid, door de
draaischakelaar Aan/uit/instelwaarde luchtvochtigheid (11)
naar een stand tussen draaiaanslag links (14) en
draaiaanslag rechts (13) te draaien.
2. Voor het handhaven van de actuele ruimteluchtvochtigheid,
de draaischakelaar Aan/uit/instelwaarde
luchtvochtigheid (11) langzaam linksom draaien, tot de
compressor uitschakelt.
Ontvochtiging
Het apparaat draait tot het bereiken van de gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid. Wordt de gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid overschreden, zullen de compressor en
de ventilatie weer inschakelen.
Continubedrijf
Het apparaat ontvochtigt de lucht continu en onafhankelijk van
de actuele luchtvochtigheid.
Bedrijf met slang aan de condensaansluiting
Voor langdurig continubedrijf of onbewaakte ontvochtiging,
moet een geschikte condensafvoerslang worden aangesloten op
het apparaat.
ü Een geschikte slang (diameter: 1/2 inch) ligt klaar.
ü Het apparaat is uitgeschakeld.
1. Verwijdere de afdekking op de aansluiting met een
geschikt gereedschap (bijv. een platte schroevendraaier).
8
2. Verwijder het condensreservoir.
3. Schuif het ene uiteinde van de slang op de
slangaansluiting.
4. Controleer of de slang correct op de aansluiting zit. De
positie evt. corrigeren via de opening bij het
condensreservoir.
luchtontvochtiger TTK 100 S
1/2''
NL