Inhoudsopgave
Advertenties
Ventilatielamellen openen
1. Open de ventilatielamellen bij de luchtuitlaat voor het
inschakelen van het apparaat.
Condensreservoir plaatsen
• Zorg dat de vlotter correct is geplaatst in het
condensreservoir.
• Controleer of het condensreservoir leeg is en correct is
geplaatst.
Netsnoer aansluiten
• Steek de netstekker in een volgens de voorschriften
gezekerd stopcontact.
NL
Bediening
• Vermijd open deuren en ramen.
• Het apparaat werkt na het inschakelen volautomatisch.
• De ventilator draait bij ontvochtigingsbedrijf continu, tot het
bereiken van de ingestelde gewenste waarde.
Bedieningselementen
8
9
10
Nr.
Aanduiding
8
LED Automatisch
ontdooien
9
LED TANK FULL
10
LED Bedrijf
11
Draaischakelaar
Aan/uit/
instelwaarde
luchtvochtigheid
12
Stand 12 uur
13
Draaiaanslag
rechts
14
Draaiaanslag links Apparaat uitgeschakeld
Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat, zoals in hoofdstuk inbedrijfstelling is
beschreven, klaar voor gebruik is opgesteld, kan het worden
ingeschakeld.
1. Wordt het apparaat voor het eerst gebruikt, de
draaischakelaar Aan/uit/instelwaarde luchtvochtigheid (11)
naar rechts naar continubedrijf draaien in de stand
draaiaanslag rechts (13).
ð De LED Bedrijf (10) brandt groen.
2. Laat het apparaat ca. één uur draaien in continubedrijf.
3. Regel de gewenste luchtvochtigheid, door de
draaischakelaar Aan/uit/instelwaarde luchtvochtigheid (11)
naar een stand tussen draaiaanslag links (14) en
draaiaanslag rechts (13) te draaien.
luchtontvochtiger TTK 100 S
11
12
14
13
Betekenis
Brandt geel tijdens automatisch
ontdooien
Brandt rood bij vol of niet correct
geplaatst condensreservoir
Brandt groen bij ingeschakeld
apparaat
Apparaat in- of uitschakelen
Relatieve ruimteluchtvochtigheid
instellen (30 tot 80 % r.v.)
Bedrijfsmodus ontvochtigen
(hygrostaatgeregeld)
Bedrijfsmodus continubedrijf
7
Advertenties
Inhoudsopgave
