Ingebruikneming
De ingebruikneming van de brander
betekent meteen die van de gehele
installatie met de verantwoordelijkheid van
de installateur of van zijn
vertegenwoordiger. Alleen hij kan
waarborgen dat de stookplaats volgens de
regels van de kunst en volgens de
reglementering van kracht is uitgevoerd.
Vooreerst moet de installateur de gehele
aanzuigleiding met stookolie hebben
gevuld, de voorfilter afgetapt en de
werking van de manuele
kwartslagafsluiters en regelkleppen
gecontroleerd.
Voorafgaande controles
• De beschikbare elektrische spanning
controleren en vergelijken met die
voorgeschreven.
• De elektrische voeding van het net van
de brander afkoppelen.
• Controleren dat geen spanning
aanwezig is.
• De stookolieafsluiter sluiten.
• De werkingshandleiding van de fabrikant
van de ketel en van de regeling
bestuderen.
• Controleren:
– de waterdruk in het verwarmingscircuit,
– de werking van de circulatiepomp,
– de opening van het mengventiel,
– de sterkte van de
beveiligingszekeringen,
– de instelling van de ketel- en de
kamerthermostaat.
– dat de toevoer van de
verbrandingslucht van de ketel en de
afvoer van de verbrandingsproducten
werkelijk in werking zijn en in
overeenstemming met het vermogen
van de brander en de brandstof.
– de werking van de trekregelaar op de
rookpijp,
– het peil van de stookolie in de tank
– dat de aanzuigleiding gevuld is
– de stand van de slangen, aanzuiging
en terugloop,
– de voedingsdruk van de brandstof als
de druk in het apparaat 1,5 bar max is.
– de stand van de regelkleppen en van
de voorfilter.
Controle van de stookoliedichtheid
• Op de pomp een manometer of een
vacuümmeter verbinden. De waarden
moeten worden afgelezen terwijl de
brander in werking is.
• Later de dichtheid controleren.
6
A = 6 mm
Brander Vermogen Debiet Sproeier 45°
1trap
kW
kg/h
70
5,9
95
8,0
02.15 L
105
8,7
120
10,1
138/150
11,7
Brander
Vermogen
Brander
kW
2 trappen 1ste trap 2de trap. 1ste trap 2de trap.
70
98
80
112
02.15 L-Z
92
130
104
150
9905 / 13 004 272A
Instellingen
verbrandingsorganen :
De brander is vooraf ingesteld in de fabriek.
Als deze voorinstelling niet overeenkomt
met het vermogen van de ketel, de
volgende instructies volgen.
• In de tabel de berekende sproeier
vinden voor het nominale vermogen van
de ketel met een rendement van 92%.
• De cel uit zijn steun verwijderen.
• De ontstekingskabels van de
transformator en van de stookolieleiding
loskoppelen.
• De twee schroeven van het deksel
losschroeven, draaien (bajonetsysteem)
en de verbrandingsorganen uitnemen.
• De onstekingselektroden controleren
volgens de tekening.
• Het geheel opnieuw monteren in de
omgekeerde volgorde van de demontage.
• Vervolgens de dichtheid controleren.
US gal/uur
bij 10,6 bar
Danfoss S
1,50
2,00
2,25
2,50
3,00
Stookoliedebiet
sproeier 45°
US gal/uur
kg/h
10,6 - 21,1 bar
5,84
8,27
1,50
6,42
9,08
1,65
7,77
11,00
2,00
8,74
12,40
2,25
Opmerkingen
Danfoss S
Monarch R