Installatie en
bedieningsinstructies
AV.25/03/10.NL
Editie 2010 /NL
ENA 50-60 INSTALLATIE- EN BEDIENINGSINSTRUCTIES
3.2. SCU-besturing
7
3.3. Werkingsprincipe
De automaat fungeert als actief ontgassingsapparaat.
L
K
J
I
P
A
B
3.3.1. Ontgassing
Voor het ontgassen van het water wordt het systeemwater via een bypass vanaf de retourleiding van het
systeem (A) aangezogen.
Het water wordt langs een filter (B) en drukregelaar (C), die de druk tot ca. 0,5 bar reduceert, in het
ontgassingsreservoir (E) geleid. Door de verlaagde druk en het grote oppervlak van de ringpakking wordt
lucht aan het water onttrokken.
De lucht wordt afgevoerd via de vlotterontluchter (F). De pomp (I) perst het water weer het systeem in.
Zolang de pomp in bedrijf is, vindt permanente ontgassing plaats.
Turbo ontgassingsmodus (Fast = Turbo): De pomp loopt continu en automatisch gedurende maximaal
99 uur. Na verstrijken van de Turbo ontgassingsperiode schakelt het systeem over naar de normale
ontgassingsmodus, die daarna continu plaatsvindt.
Normale ontgassingsmodus: De normale ontgassingsmodus wordt onderbroken door een in te stellen
pauze (standaard 06.00 - 20.00 h). Het begin van de volgende ontgassingscyclus die plaatsvindt tijdens de
normale ontgassingsmodus wordt aangeduid via een aftelprocedure in het Proces-menu.
Nr.
1
1
2
3
2
4
3
4
5
5
6
6
7
A
H
G
F
B
C
D
E
F
Dry
G
H
STB
I
J
K
C
D
E
L
Beschrijving
Regelpaneel voor besturing, display, LED
storingsdisplay, keuzeschakelaar (klikken en rollen)
Aan/uit-schakelaar, ON: knippert rood
Inwendige zekering F1: T 16 A 250 V
Inwendige zekering F2: T 3,5 A 250 V
Hardwareversie, servicemenu E2
Klemmenstroken voor
• Elektrische voeding;
• Sensors;
• Impulswaterteller;
• Extern inschakelen van het navulproces;
• Gecentraliseerde storingsmelding;
• Pomp.
Interface RS485.
Inlaatkogelkraan
Filter
Drukregelaar
Thermische beveiliging (STB) (optie)
Ontgassingsreservoir met ringpakking
Vlotterontluchter
Droogloopbeveiliging
Keerklep
Pomp
Stromingsregelaar
Druksensor
Uitlaatkogelkraan
6