Aanhaalmomenten
Item
M4 (X1M)
M4 (aarding)
▪ Als éénaderige draden worden gebruikt, moet u met het uiteinde
van de draad een lus vormen. Anders kan dit verhitting of een
brand veroorzaken.
▪ De aardingsdraad tussen de kabelbevestiging en de klem moet
langer zijn dan de andere draden.
1-3
6.5.4
Specificaties van de
standaardcomponenten van de bedrading
Onderdeel
Kabel tussen de units (binnen↔buiten)
6.5.5
Elektrische bedrading aansluiten op de
binnenunit
De elektrische bedrading moet worden uitgevoerd zoals beschreven
in de montagehandleiding en conform met de nationale elektrische
bedradingsvoorschriften of de reglementen.
1 Plaats de binnenunit op de haken van de montageplaat. Maak
hierbij gebruik van de " "-aanduidingen.
a
b
c
a
Montageplaat (accessoire)
b
Verbindingskabel
c
Kabelgeleiding
2 Open
het
voorpaneel
"6.2 Binnenunit openen" op
3 Steek de kabel tussen de units van de buitenunit door de
doorvoeropening in de muur, door de achterkant van de
binnenunit en door de voorkant.
Let op: Draai isolatietape rond de uiteinden van de kabel tussen de
units als hij al op voorhand gestript was.
4 Buig het uiteinde van de kabel omhoog.
OPMERKING
▪ Zorg
ervoor
dat
transmissiekabel van elkaar gescheiden blijven. De
transmissiebedrading en de voedingsbedrading mogen
kruisen, maar ze mogen NIET parallel lopen.
▪ Beide bedradingen moeten ALTIJD op minstens 50 mm
van elkaar worden gehouden om eventuele elektrische
storingen te voorkomen.
WAARSCHUWING
Neem gepaste maatregelen om te beletten dat de unit door
kleine dieren als schuilplaats gebruikt kan worden. Kleine
dieren die in contact komen met elektrische onderdelen
kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
FTXP50~71M2V1B + FTXF20~71A2V1B
Daikin kamerairconditioner
4P513661-8C – 2018.09
Aanhaalmoment (N•m)
1,2~1,5
4-aderige kabel ≥1,5 mm²
en geschikt voor
220~240 V
H05RN-F (60245 IEC 57)
en
dan
het
servicedeksel.
pagina 10.
de
voedingskabel
en
a
Klemmenstrook
b
Elektrische componentenblok
c
Kabelbevestiging
5 Strip de draad ongeveer 15 mm af.
6 Sluit de draden aan op de klemnummers met dezelfde kleur op
de klemmenblokken van de binnenunit en draai de draden
stevig vast op de overeenkomstige klemmen.
7 Sluit de aardingskabel aan op de overeenkomstige klem.
8 Maak de draden goed vast met de klemschroeven.
9 Trek aan de draden om te controleren of ze goed vastzitten, en
bevestig ze dan met de kabelbevestiging.
10 Leid de draden zo dat het servicedeksel goed kan worden
gesloten, en sluit dan het servicedeksel.
6.5.6
Optionele accessoires aansluiten
(gebruikersinterface met kabel, centrale
gebruikersinterface, draadloze adapter,
etc.)
1 Verwijder het deksel van de elektrische bedradingskast (zie
"6.2.5 Deksel elektrische bedradingskast verwijderen" op
pagina 11).
2 Bevestig de verbindingskabel aan de S21-connector en trek de
kabelbundel zoals in de volgende afbeelding.
a
Zie
b
a
Routering S21-kabelbundel voor draadloze adapter
de
b
Routering S21-kabelbundel voor andere toepassingen
c
S21-connector
3 Breng het deksel van de elektrische bedradingskast weer aan
en trek de kabelbundel errond zoals in de afbeelding hiervoor.
6 Installatie
Uitgebreide handleiding voor de installateur
a
b
c
c
17