Advertenties
7. BASISTRAMPOLINESPRONGEN
DE JUMPING JACK:
1. Start vanuit een staande positie met de voeten op
schouderbreedte, het hoofd omhoog en de ogen op
de trampolinemat.
2. Zwaai uw handen naar voren, boven uw hoofd en naar
achteren in een cirkelvormige beweging.
3. Breng al in de lucht je voeten samen en richt je tenen.
4. Land terug op het midden van de mat met uw voeten
op schouderbreedte (gelijk aan startpositie).
DE PRAYING MANTIS (BIDSPRINKHAAN):
1. Begin met een lage sprong.
2. Land op uw knieën op schouderbreedte, houd uw rug
recht en houd uw armen gestrekt om het evenwicht
te bewaren.
3. Spring terug naar de startpositie door gebruik te
maken van het springmomentum en uw armen naar
boven te zwaaien.
14
INSTALLATIE- EN GEBRUIKERSHANDLEIDING - PRIMUS CHALLENGER 17 X 10 FT
DE FRONT DROP:
1. Begin met een paar keer zachtjes op en neer te
springen.
2. Spring omhoog en land op uw handen en knieën.
3. Duw uzelf af met uw handen en spring terug naar de
rechtopstaande positie.
BOTTOM BOUNCE:
1. Begin met een basisstartpositie. Spring op, richt u op
het midden van de springmat.
2. Land met uw benen gestrekt voor u, met uw handen
aan beide zijden van uw heupen en houd uw rug recht
3. Duw uzelf met uw handen omhoog om terug te keren
naar de startpositie.
DE PANNENKOEKVAL:
1. Begin met een zachte, lage sprong omhoog.
2. Laat u op uw voorkant vallen en leg uw handen op de
springmat voor u.
3. Duw uzelf terug naar de startpositie.
DE ROLLING STONE:
1. Start vanuit de voorste valpositie en beweeg je armen
naar links of rechts om te beginnen met draaien.
2. Draai uw hoofd en schouders in de richting van uw
lichaam.
3. Houd uw rug parallel met de springmat en uw hoofd
recht.
4. Ga terug naar de liggende positie om de sprong af te
maken, liggend in de tegenovergestelde richting als
in het begin.
U beheerst nu de basissprongen en bent klaar om nog hoger te springen!
Maar vergeet niet om altijd de controle te houden over uw sprongen.
GENIET VAN HET UITLEVEN VAN UW PASSIE VOOR SPRINGEN!
DE TURTLE DROP:
1. Begin met een zachte opwaartse sprong.
2. Land op uw rug, houd uw kin dicht bij uw borst en uw
knieën gebogen. Hou uw kin naar uw borst als u landt.
3. Schop uw benen naar voren om op te springen en in
de startpositie te landen.
DE FLYING BALLERINA:
1. Begin met de zithouding.
2. Spring en draai uw hoofd naar links of rechts en zwaai
uw handen in dezelfde richting om te draaien in de
lucht.
3. Volg de beweging met je heupen om de bocht te
voltooien.
4. Land in de zittende positie om de sprong te voltooien.
15
Advertenties
