Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Afstelling; Elektrische Aansluiting; Algemene Opmerkingen Betreffende De Elektrische Aansluiting; Contactvarianten - schmersal BNS 36-02/10 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningshandleiding
Veiligheidssensor

3.4 Afstelling

De LED van de BNS 36 varianten kan uitsluitend als grove instelhulp
gebruikt worden. Aansluitend moet de correcte werking van de
beide veiligheidskanalen met de aangesloten veiligheidsmodule
gecontroleerd worden.
Aanbevolen afstelling
Veiligheidssensor en bediensleutel op een afstand van
0,5 x s
uitlijnen.
ao

4. Elektrische aansluiting

4.1 Algemene opmerkingen betreffende de elektrische aansluiting

De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze
toestand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel
uitgevoerd worden.
Neem de opgegeven aderkleuren of pinconfiguraties in acht voor het
aansluiten van de veiligheidssensoren.

4.2 Contactvarianten

De contactpositie toont de sensor in bediende toestand bij gesloten
veiligheidsdeur. Bij veiligheidssensoren met LED brandt de LED als de
veiligheidsdeur gesloten is. De contactconfiguraties van de uitvoeringen
met of zonder LED zijn identiek.
Veiligheidscontacten: S11-S12 en S21-S22
Signaalcontact:
S33-S34
De pinconfiguratie van de versies met geïntegreerde stekker wordt
tussen haakjes weergegeven; aanduiding van de aderkleuren voor de
versie met kabel.
BNS 36-02/10ZG
(3)
GY S11
S12 PK
(4)
(1)
GN S21
S22 YE
(2)
(5)
WH S33
S34 BN
(6)
Meer informatie voor het kiezen van geschikte
veiligheidsmodules vindt u in de Schmersal catalogi of in de
online catalogus: www.schmersal.net.
BNS 36 veiligheidssensoren met LED moeten, uitgezonderd de
ingangsuitbreidingsmodule Protect-IE, niet in serie geschakeld
worden. De lichtsterkte neemt hierdoor sterk af en de spanning kan
onder de minimum ingangsspanning van de eraan geschakelde
veiligheidsmodule vallen. n veiligheidsmodule worden geschakeld houd
dan rekening met een eventueel verminderde foutdekkingsgraad
(DC, Diagnostic Coverage).

4.3 Aansluitstekker

Inbouwstekker M8, 6-polig
4
5
3
1
2
6
Toebehoren: Aansluitkabel met koppeling
M8, 6-polig
1 GN
4
2 YE
recht
3
5
3 GY
4 PK
1
2
6
5 WH
haaks
6 BN
4
2 m
5 m
10 m
1206010 1206011 1206012
1206013 1206014 1206015

5. Gebruik en onderhoud

5.1 Functietest

De veiligheidsfunctie van de veiligheidssensor moet getest worden.
Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. Bevestiging van veiligheidssensor en bediensleutel.
2. Juiste bevestiging en goede conditie van de voedingskabel.
3. het systeem is vrij van vuil en vreemde onderdelen
(vooral metaalspanen).

5.2 Onderhoud

Bij een correcte installatie en doelmatig gebruik vereist de
veiligheidssensor geen onderhoud.
Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan, inclusief
de volgende stappen:
• Bevestiging van de bediensleutel en de veiligheidssensor controleren.
• Eventueel aanwezige metaalspanen verwijderen.
• Voedingskabel op eventuele beschadigingen controleren.
Tijdens alle bedrijfsmatige levensfasen van de
veiligheidsschakelcomponent moeten constructief
en organisatorisch geschikte maatregelen voor de
manipulatiebeveiliging of tegen het manipuleren van de
veiligheidsvoorziening, bijvoorbeeld door het gebruik van
een vervangende bediensleutel, getroffen worden.
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.

6. Demontage en afvalverwijdering

6.1 Demontage

De veiligheidssensor mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.

6.2 Afvalverwijdering

De veiligheidssensor moet op een correcte manier volgens de geldende
nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
NL
BNS 36-02/10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave