NEDERLANDS
Open de afdekking niet, om elektrische schokken te voorkomen. Afgezien van de zekering bevinden er zich
geen door de gebruiker te onderhouden onderdelen in het apparaat.
Repareer nooit een zekering en overbrug de zekeringhouder niet. Vervang een kapotte zekering altijd
door een zekering van hetzelfde type en met dezelfde elektrische specificaties!
Als er zich ernstige problemen voordoen met de werking van het apparaat, gebruik het dan niet en neem
onmiddellijk contact op met uw dealer.
Gebruik de originele verpakking als het apparaat moet worden vervoerd.
Het is om veiligheidsredenen verboden om onbevoegde modificaties aan het apparaat aan te brengen.
ONDERHOUD
Reinig het apparaat met een licht vochtige poetsdoek. Zorg ervoor dat er geen water in het apparaat
terechtkomt. Gebruik geen vluchtige vloeistoffen zoals benzeen of thinner, omdat die het apparaat
beschadigen.
FUNCTIES EXTRA FADERSECTIE
1. KANAALFADERS: kunnen, afhankelijk van de bedrijfsmodus, voor verschillende doeleinden worden
gebruikt:
[Manual] modus: wijzigt het uitgangsniveau van het kanaal.
[Scene] modus: roept de scène die onder deze fader is geprogrammeerd progressief op.
2. FLITSTOETSEN: kunnen, afhankelijk van de bedrijfsmodus, voor verschillende doeleinden worden
gebruikt:
[Manual] modus: wordt als flitstoets voor kanalen gebruikt (uitgang maximaal zolang op de toets wordt
gedrukt)
[Scene] modus: Kanaalfader gesloten schakelt de geprogrammeerde scène aan/uit.
Kanaalfader niet gesloten wordt gebruikt als flitstoets voor scènes. (stelt de scène in
op 100%)
3. STATUS-LED: de informatie is afhankelijk van de bedrijfsmodus:
[Manual] modus: licht, afhankelijk van de stand van de fader, progressief op.
[Scene] modus: donker als er geen scène is geprogrammeerd (leeg).
brandt als er een scène geprogrammeerd maar niet actief is.
knippert als er een scène geprogrammeerd en actief is (wordt op de uitgang getoond)
4. [SCENE/MANUAL] TOETS: wordt gebruikt om te wisselen tussen handmatige modus en scène modus:
[Manual] modus: ieder van de 16 kanaalfaders kan worden gebruikt om het uitgangsniveau handmatig
in te stellen.
[Scene] modus: ieder van de 16 kanaalfaders kan een scène bevatten; scènes kunnen handmatig
worden gemengd.
5. [PROGRAM] TOETS: wordt gebruikt om een scène onder een van de kanaalfaders te programmeren. U
kunt de controller in de [PROGRAM] modus instellen door deze toets gelijktijdig met de toets
[SCENE/MANUAL] (4) in te drukken. Zie het hoofdstuk 'INSTALLATIE' voor meer informatie over het
gebruik van de [PROGRAM] toets.
6. [BLACKOUT] TOETS: wordt gebruikt om de DMX-uitgang van de fadersectie af te sluiten.
JB SYSTEMS
®
GEBRUIKSAANWIJZING
3/9
LEDCON-XL