Er kunnen tot 3 accubanken met de lader worden verbonden. In installaties met één enkele
accubank, mogen accubankuitgangen 2 en 3 niet gebruikt worden. Sluit de hoofdaccu altijd
aan op uitgang 1. Uitgang 1 heeft laadprioriteit, gevolgd door uitgang 2 en uiteindelijk
uitgang 3. Elke uitgang kan de volledige laadstroom leveren. Voor meer informatie over de
slimme laadverdeling tussen alle uitgangen, zie hoofdstuk 3.1.
Aangezien de Omnicharge
per uitgang hebben, is er geen minimale accucapaciteit gegeven. Omnicharge
gemengd gebruik van een kleine en grote accu's op elke individuele uitgang toe.
Als uistregel geldt, de minimale accucapaciteit moet minstens tweemaal de laadstroom
zijn en de maximale accucapaciteit moet minstens tien maal de laadstroom zijn. Bijv. een
OC
2-40 met de maximum laadstroom ingesteld op de standaard 40A, heeft een minimale
2
aanbevolen accucapaciteit van 80Ah en een maximum van ca. 400Ah. Raadpleeg altijd het
gegevensblad van de accu voor aanbevelingen betreffende de maximum laadstroom!
Als u deze lader in een vaste installatie wilt gebruiken, wordt het aangeraden om
deze te verbinden met een geschakelde AC-contactdoos voor een volledige
uitschakelingsmogelijkheid. Zorg ervoor dat de accu's niet langdurig met de lader zijn
verbonden zonder dat de netspanning is aangesloten. Dit kan de accu's langzaam ontladen.
Een andere optie is om een schakelaar aan te sluiten op de 'REMOTE SWITCH'
aansluitklemmen van de lader. De lader kan met behulp van deze schakelaar in een
'Stand-by' stand gezet worden, zonder de verbonden accu's langzaam te ontladen
(mits de netspanning aanwezig blijft).
Het schema in dit hoofdstuk toont een standaard basis installatie. Er wordt geen garantie
gegeven over de naleving van alle lokale elektrische voorschriften. Zorg ervoor dat de
volledige installatie verricht wordt volgens alle geldende lokale elektrische voorschriften.
Dit klasse I product moet worden geaard! Verbind de PE-draad of de chassisaardingsschroef
aan de onderkant van de behuizing altijd met uw centrale aardingssysteem (voertuigchassis,
aardingssysteem van uw boot, etc.)
Verbind de negatieve (-) kabel altijd direct met de negatieve accupool of de "belastingszijde"
van een meetshunt. Houd de positieve en negatieve kabels altijd dicht bij elkaar om
elektromagnetische velden tot een minimum te beperken. Controleer of de polariteit juist is
voordat de accukabels met de accu worden verbonden! Een verkeerde polariteit kan de lader
beschadigen.
10
acculaders een programmeerbare maximum laadstroom
2
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
OPGELET
laat een
2