5.3 Montage van het snijwerktuig
Fig. 5
• Het drukstuk (23) op de drijfwerkas plaatsen..
• De drijfwerkaandrijfas met het drukstuk zo
draaien, dat de uitsparing voor de
bevestigingspen (Inbus sleutel) (24)
overeenkomt met de uitsparing in de
wikkelbeveiliging (25) of de drijfwerkkast.
• De bevestigingspen insteken om de
drijfwerkaandrijfas te blokkeren.
• De volledige draadkop (27) met bijkomende
draadwikkelbeveiliging (26) op de
drijfwerkaandrijfas tegen het drukstuk
schroeven. Opgelet: linkse draad! De draadkop
linksom vastzetten.
• De beschermstrip (28) langs onder op de
beveiliging steken. Daartoe de zeskantmoeren
(29) in de beschermstrip steken en de
beschermstrip met de drie schroeven (30)
monteren.
Opgelet: Als de draadkop wordt gebruikt, de
bosmaaier nooit starten als de beschermstrip niet
opgestoken is en het draadafsnijmes (31) niet
gemonteerd is.
Opmerking: Als de draadlengte wordt bijgeregeld
(zie par. "6.3 Maaidraad bijregelen"), snijdt het
draadmes (31) het draaduiteinde tijdens de
werking automatisch op de juiste lengte.
5.4 Draagriem instellen
Stel, voor u begint te maaien, de draagriem en de
handgreep in volgens uw lichaamsgrootte.
Leg de éénschouderriem over de linker schouder
zodat de riemhaak, nadat u de riemlengte hebt
aangepast, op uw rechter heup rust.
De bosmaaier met gemonteerd snijwerktuig zo
uitbalanceren, dat het snijwerktuig, zonder dat de
hangende bosmaaier met de handen wordt
aangeraakt, net boven de grond zweeft.
Als het snijwerktuig meer dan 10 cm boven de
grond zweeft, moet de draagriembevestiging
dichter bij de motor worden bevestigd.
Als het werktuig op de grond rust, moet de
draagriembevestiging dichter bij de handgreep-
loop worden bevestigd.
5.5 Aansluiting op het stroomnet
Fig. 7
De verlengkabel altijd op de kabelhouder (23) op
het motorhuis bevestigen.
Om los te koppelen, altijd direct aan de netstekker
trekken, nooit aan de kabel trekken om de stekker
los te koppelen.
Voorbereiding van het werk
NEDERLANDS 9