Aansluiten
Elektrische aansluiting
De wasmachine uitsluitend via een
volgens de voorschriften aangebracht,
randgeaard stopcontact op wisselstroom
aansluiten.
De netspanning moet overeenkomen met de
op de wasmachine (typeplaatje) aangegeven
spanning.
De aansluitwaarde en de vereiste zekering
zijn op het typeplaatje aangegeven.
Overtuig u ervan dat:
• de stekker in het stopcontact past,
• de diameter van de elektrische leiding
groot genoeg is,
• het aardingssysteem volgens de
voorschriften geinstalleerd is.
Plaatsen van het apparaat
Veiligheidsvoorschrift
Kans op verwondingen!
De wasmachine is heel zwaar.
Wees voorzichtig bij het optillen.
Bevroren slangen kunnen scheuren
of springen. De wasmachine niet in een
voor vorst gevoelige plaats of buiten
plaatsen.
Niet aan vooruitstekende onderdelen (bijv.
de handgreep om het deksel te openen)
optillen.
De wasmachine kan beschadigen.
Naast de hierboven genoemde aanwijzingen
kunnen speciale voorschriften van het
waterleiding- en energiebedrijf in uw regio
gelden.
In geval van twijfel het apparaat door een
vakkundig monteur laten aansluiten.
De juiste plaats:
Een stabiele stand van het apparaat is
belangrijk zodat de wasmachine tijdens het
centrifugeren niet gaat "lopen".
De ondergrond moet stevig en waterpas zijn.
Niet geschikt is zachte vloerbedekking zoals
tapijt of vloerbedekking met een foamrug.
Vervanging van de aansluitkabel
Vanwege veiligheidsredenen mag de
aansluitkabel alleen door de geautoriseerde
klantenservice worden vervangen.
Geen meervoudige stekkers/contactdozen
en verlengkabels gebruiken.
Bij gebruik van een aardlekschakelaar alleen
een type met het volgende symbool:
.
installeren
Alleen aardlekschakelaars met dit symbool
voldoen aan de nu geldende voorschriften.
De stekker niet met vochtige handen in het
stopcontact steken of eruit trekken.
De kabel alleen aan de stekker uit het
stopcontact trekken.
Afb. 8
Verstelbare voetjes:
(niet bij alle modellen)
Sommige apparaten hebben aan de voorkant
twee verstelbare voetjes waarmee
oneffenheden in de vloer opgeheven kunnen
worden. De stand en de stabiliteit van de
machine als volgt instellen
- apparaat iets naar achteren kantelen;
- afhankelijk van de toestand van de vloer
het voetje resp. de voetjes in- of
uitschroeven (afb. 8) ;
- controleer of het apparaat stabiel en
waterpas staat.
9