22. SD-CARD SLOT – Hier wordt de SD-kaart ingevoerd. Duw de kaart a.u.b. voorzichtig
in het SD-kaartslot. Om de SD-kaart te verwijderen dient u de Media Operator in de
pauzestand te zetten en vervolgens voorzichtig op de kaart te drukken. De kaart
springt dan uit het kaartslot. LEES OOK DE INFORMATIE OP BLZ 6 OVER SD-
KAARTEN EN HET GEBRUIK VAN SD-KAARTEN.
23. POWER BUTTON – Voor aan- en/of uitschakelen dient de POWER BUTTON
minstens gedurende twee seconden ingedrukt te worden gehouden.
B. Media Operator – ACHTERKANT (afbeelding 2)
24. AUDIO OUT R & L – De master uitgangen zijn uitgevoerd met zowel twee
gebalanceerde XLR (25) aansluitingen als ook twee ongebalanceerde RCA (24)
aansluitingen. De RCA aansluitingen hebben een laag ongebalanceerd
uitgangsniveau. Gebruik de RCA aansluitingen om het apparaat op een standaard
mixer of receiver aan te sluiten. De rode aansluiting geeft het rechter kanaal weer, de
witte aansluiting geeft het linker kanaal weer.
25. BALANCED XLR MASTER OUTPUT JACKS - De master uitgangen zijn uitgevoerd
met zowel twee gebalanceerde XLR (25) aansluitingen als ook twee
ongebalanceerde RCA (24) aansluitingen. De driepolige XLR aansluitingen hebben
een hoog gebalanceerd uitgangsniveau. Gebruik deze aansluitingen om het apparaat
op een eindversterker of op een ander audioapparaat met symmetrische ingangen
aan te sluiten, of wanneer signaaloverdracht over meer dan 4,5 meter lengte
plaatsvindt. Gebruik waar mogelijk altijd de XLR aansluitingen.
26. AC VOLTAGE INPUT – Deze aansluiting dient voor het aansluiten van de
meegeleverde netadapter voor de stroomvoorziening van het apparaat. Het apparaat
heeft een voedingsspanning nodig van DC 6V 1,5A.
Afbeelding 3
LCD DISPLAY PANEL (AFBEELDING 3)
27. CUE INDICATOR – Display licht op als apparaat in CUE functie staat en knippert
telkens wanneer een nieuw CUE POINT ingesteld wordt.
28. FOLDER INDICATOR – Geeft het actuele bestand weer.
29. TIMEBAR INDICATOR – Geeft een indicatie van de resterende speeltijd van een
titel. De balk knippert als de titel bijna volledig afgespeeld is.
30. AUTO BPM INDICATOR – Geeft aan dat de teller AUTO BPM actief is.
31. BPM METER – Meet de BPM van de afgespeelde titel en geeft deze weer.
32. PITCH METER – Geeft het met de PITCH KNOB (11) ingestelde variabele
pitchbereik aan.
33. TEMPO LOCK – Geeft aan dat de TEMPO LOCK functie aanstaat.
34. LOOP EN RELOOP INDICATOR – Wordt weergegeven wanneer een LOOP
ingesteld is, of een RELOOP aangegeven wordt of klaar is om weergegeven te
worden.
©American Audio® -
www.americanaudio.eu
- Media Operator™ Gebruikershandleiding pagina 11