OPMERKING
Afhankelijk van het model van de omvormer moeten de RS485-communicatie-, PE- en 12V-stroomkabels worden
aangesloten op de COM- of ALARM-poort van de omvormer. De pennen zijn op dezelfde manier aangesloten.
Poort
Model omvormer
COM
SUN2000L-3KTL-CN, SUN2000L-4KTL-CN, SUN2000L-5KTL-CN
SUN2000L-2KTL, SUN2000L-3KTL, SUN2000L-3.68KTL, SUN2000L-4KTL, SUN2000L-
ALARM
4.6KTL, SUN2000L-5KTL
COM- of ALARM-aansluiting
3
De safetybox inschakelen
1. Controleer of alle kabels naar de safetybox goed zijn aangesloten.
2. Ingang- en uitgangsklemmen zijn correct aangesloten en er is geen crossover.
1. Schakel de AC-stroomonderbreker tussen de omvormer en het elektriciteitsnet in (de AC-spanning van het
elektriciteitsnet moet zich binnen het bereik van de omvormer bevinden).
2. Schakel de DC-schakelaar aan de onderkant van de omvormer naar de stand ON.
3. Controleer het LED-indicatielampje op de safetybox. De volgorde van statusveranderingen hoort te zijn:
knipperend groen met lange intervallen > knipperend groen met korte intervallen. Als het LED-indicatielampje
zich abnormaal gedraagt, controleert u of de kabels correct en stevig zijn aangesloten.
Status LED
Knipperend groen met lange intervallen
Knipperend groen met korte intervallen
Constant groen
Constant rood
Knipperend groen met lange intervallen: 1 s aan en vervolgens 1 s uit
Knipperend groen met korte intervallen: 0,2 s aan en vervolgens 0,2 s uit
4
De safetybox toevoegen
Zelftest tijdens inschakelen.
Communiceert met de omvormer maar niet met de optimizer.
Communiceert met de omvormer en de optimizer.
Uitschakeling.
3
Beschrijving