Gebruikershandleiding | Optyma™ control AK-RC 111 enkelfasig
10 | BC309238530328nl-000101
Ald
Minimum- en maximumtemperatuur
vertraging van signalering en alarmdisplay
C1
Minimumtijd tussen uitschakeling en
daaropvolgende inschakeling van de compressor.
CAL
Correctie sensorwaarde koelruimte
CE1
Duur van de AAN-tijd van de compressor in het
geval van een defecte omgevingssensor
(noodmodus).
Als CE1=0 blijft de noodmodus uitgeschakeld
wanneer fout E0 zich voordoet, blijft de compressor
uit en wordt ontdooiing voorkomen om de
resterende kou te behouden.
CE2
Duur van de UIT-tijd van de compressor in
het geval van een defecte omgevingssensor
(noodmodus)
Compressorveiligheidstijd voor deurschakelaar:
doC
wanneer de deur wordt geopend, schakelen
de verdamperventilatoren uit. De compressor
blijft gedurende tijd doC werken en zal daarna
uitschakelen.
Herstarttijd compressor na openen deur. wanneer
tdo
de deur is geopend en nadat tijd tdo is verstreken,
wordt de normale werking weer ingesteld die
het alarm open deur (Ed) heeft afgegeven Als de
deurschakelaar gesloten is en het licht langer aan
blijft dan tdo, wordt een alarm lichtcel gesignaleerd
(E9). Bij tdo=0 is de parameter uitgeschakeld.
Fst
Uitschakeltemperatuur VENTILATOR
De ventilatoren schakelen uit zodra de door de
verdampersensor gemeten temperatuur deze
waarde overschrijdt.
Fst differentieel
Fd
LSE
Minimumwaarde die kan worden toegekend aan
setpoint.
Maximumwaarde die kan worden toegekend aan
HSE
setpoint.
AU1
Aansturing hulp-/alarmrelais 1
AU2
Aansturing hulp-/alarmrelais 2
StA
Temperatuurinstelling voor hulprelais
0 – 240 min
0 – 15 min
-10 – 10 °C
0 – 240 min
0 = uitgeschakeld
5 – 240 min
0 – 5 min
0 – 240 min
0 = uitgeschakeld
-45 – 99 °C
1 – 10 °C
-45 – (HSE-1) °C
(LSE+1) – 99 °C
-6 (NC) = relais spanningsvrij
gemaakt tijdens stand-
by
-5 (NC) = Contact voor regeling
behuizingselement
(AUX-relais gesloten
met inactieve
compressoruitgang)
-4 (NC) = pump-downfunctie (NC,
zie HFST. 5.16)
-3 (NC) = automatisch hulprelais
geregeld via StA-
temp.instelling met
differentieel van 2 °C
(NC)
-2 (NC) = handmatig hulprelais
bestuurd via AUX-toets
(NC)
-1 (NC) = alarmrelais (NC)
0
= relais gedeactiveerd
1(NO) = alarmrelais (NO)
2(NO) = handmatig hulprelais
bestuurd via AUX-toets
(NO)
3(NO) = automatisch hulprelais
geregeld via StA-
temp.instelling met
differentieel van 2 °C
(NO)
4(NO) = pump-downfunctie
(NO, zie HFST. 5.16)
5(NO) = vrij spanningscontact
voor koelgroep
(AUX-relais en
compressorrelais
parallel)
6(NO) = relais verlaten tijdens
stand-by
(zoals AU1)
-45 – 99 °C
© Danfoss | DCS (vt) | 2020.03
120 min
0 min
0 °C
0 min
5 min
0 min
0 min
99 °C
2 °C
-45 °C
99 °C
-1
5
0 °C