2.8 Inregelen luchthoeveelheid
Om van een gebalanceerde ventilatie te spreken dienen beide luchthoeveelheden (toevoerlucht naar de
woning en afvoerlucht uit de woning) gelijk te zijn.
Middels een 6-tal potmeters op de regelprint zijn op eenvoudige wijze de drie luchthoeveelheden
(afwezigheidstand, aanwezigheidsstand en douche/kookstand) voor zowel de toe- en afvoerventilator in
te stellen (zie figuur 8 A t/m F). Standaard instellingen zijn 100, 200 en 300 m
Figuur 8: Aanzicht regelprint
Wanneer men andere luchthoeveelheden wil instellen dient men als volgt te werk te gaan.
-
Zorg eerst dat de aanwezigheidsstand is ingeregeld en dat de luchthoeveelheid overeenkomstig
het bouwbesluit is; regel eventueel inblaasventielen en afzuigventielen zodanig in dat de gewenste
luchthoeveelheid per rooster/ ventiel wordt bereikt.
-
Schakel het toestel in de stand waarbij men de luchthoeveelheid wil aanpassen.
-
Meet de afgezogen en de toegevoerde luchthoeveelheden.
-
Stel m.b.v. de bij deze stand behorende potmeters de luchthoeveelheid in; de beide luchthoeveel-
heden dienen wel hierbij aan elkaar gelijk te zijn
Figuur 9: Aanzicht LED-paneel
2. Installeren
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
Installatievoorschriften Renovent HR 400
-8-
3
/h.
Potmeter afwezigheidstand afvoerventilator
Potmeter aanwezigheidsstand afvoerventilator
Potmeter koken/douchestand afvoerventilator
Potmeter koken/douchestand toevoerventilator
Potmeter aanwezigheidsstand toevoerventilator
Potmeter afwezigheidstand toevoerventilator
Connectoraansluiting afvoerventilator
Connectoraansluiting toevoerventilator
Connectoraansluiting vorstbeveiliging
Connectoraansluiting 3-standenschakelaar
Zekering 2 A(T)
Connectoraansluiting netvoeding
Connectoraansluiting bypassklep
A Spanning op toestel
B Inschakelen vorstthermostaat
C Afvoerventilator draait
D Toevoerventilator draait
E Bypassklep open
F Ventilator afwezigheidstand
G Ventilator aanwezigheidsstand
H Ventilator koken/douchestand
juni 2003
5087
5085