Dit venster bestaat uit twee hoofdsecties:
MicroLite info.
Comment:
Klik op de textbox en schrijf een naam waarmee u de MicroLite kunt herkennen (bijv. zijn positie).
S/N
Toont het serienummer van uw MicroLite.
Battery Level
Toont de huidige status van de batterij. Als de indicator zich in de rode zone bevindt, moet de batterij vervangen worden.
MicroLite firmware versie
Toont de firmware versie en de geheugen capaciteit, of 8K (8,000) of 16K (16,000).
Setup
Temperature unit
Om de gewenste temperatuureenheid in te stellen, kies ºC of ºF.
Temperatuur alarm
Geef het gewenste alarmniveau aan. Als de MicroLite een waarde registreert die één van deze niveaus overschrijdt
verschijnt er een alarmindicatie op het scherm. De standaard alarmniveaus zijn de hoogste en laagste waarde die de
temperatuursensor kan meten. Klik op Cancel Alarm Level om dit niveau weer in te stellen.
Interval
Hier wordt het tijdsinterval tussen opeenvolgende gegevensregistraties ingesteld. Het tijdformaat is hh:mm:ss. U kunt een
interval voor de gegevensopslag instellen tussen 1 seconde en 2 uur. Bijvoorbeeld, om het interval voor de
gegevensopslag in te stellen op een uur, vijf minuten en dertig seconden , klikt u eerst op de uren (hh) en schrijft u 1 of
gaat u met de pijl naar 01. Klik op de minuten (mm) en schrijf 5, of gebruik de pijl en als laatste klikt u op de seconden (ss) en
schrijft u 30, of selecteert u 30 door middel van de pijl.
Recording time
Toont de totale opnametijd, al naar het gekozen interval.
Timer Run
Vink Timer Run aan, wanneer u wilt dat MicroLite op een vooraf ingestelde tijd begint. Deze optie is nuttig, wanneer u met
meerdere Microlites werkt en wilt dat ze allemaal tegelijk starten. Stel de starttijd met de tijd- en datumselector in.
Cyclic run
In de Cyclic Run modus, schrijft de MicroLite over de oude meetwaarden heen (beginnend met de oudste meetwaarden)
wanneer het geheugen vol is. Klik op Cyclic Run om deze modus te activeren.
Als deze modus niet is aangevinkt, dan werkt de MicroLite in de normale Run modus. Hij houdt op met de gegevensregistratie
zodra het geheugen vol is.
Push to Run modus
In de Push to Run modus begint de MicroLite pas gegevens te registreren als u de MicroLite magneet op de relais van het
MicroLite circuit houdt. Deze functie is nuttig wanneer u gegevens wilt registreren, maar daar niet meteen mee wilt beginnen, maar
op een nog onduidelijk tijdstip.
2.3.2. Voltooiing van de Setup
Klik op Send Setup om de nieuwe instellingen op de MicroLite over te dragen en met de opname te beginnen. Dit zal de Setup
voltooien. Klik op Cancel als u de instellingen niet wilt overdragen.
Opmerking: Het bevel Send Setup wist alle gegevens die op de Microlite staan opgeslagen.
Als u de Timer run modus kiest, wacht de MicroLite in Standby en toont tRUN tot hij op het geprogrammeerde tijdstip met de
gegevensregistratie begint.
Als u de Push to Run modus heeft geselecteerd, dan wacht de MicroLite ook in Standby en toont PUSH totdat u de Logger met de
magneet start.
2.3.3. Gegevensregistratie opstarten
Klik op Run
iedere keer dat u gegevens wilt registreren. De opdracht Run wist alle eerder opgeslagen gegevens waarna de
MicroLite met de registratie kan beginnen.
Opmerking: W anneer u de opdracht Send Setup verstuurd, begint de MicroLite automatisch te registreren en
moet u niet op Run drukken .
2.3.4. Gegevensregistratie stoppen
Klik op Stop
om met de registratie te stoppen. In de Stop modus, behoudt de MicroLite alle gegevens, maar slaat hij
geen nieuwe op. In deze modus spaart u de batterij.
2.3.5. Temperatuursensor kalibratie
De MicroLite wordt volledig gekalibreerd geleverd. Maar na een langere tijd hoort u de temperatuursensor opnieuw in te stellen.
De kalibratie wordt direct op de Microlite firmware uitgevoerd. De kalibratiewaarden worden ook op de logger display getoond,
niet alleen bij de volgende software download.
De kalibratie moet verricht worden terwijl de logger op een PC is aangesloten.
Gebruiksaanwijzingen
www.pcebrookhuis.nl
9