U kunt de Y-as aan zijn kleur herkennen, aangezien deze met de representatie overeenkomt.
Tabel
Klik op Tabel
om in- of uit te zoemen. De waarden van de tabel zijn altijd de zelfde als die van de grafiek..
Data Map
om in- of uit te zoemen .
Klik op Data Map
De Data map is een afzonderlijk venster, dat de lijst toont met de gegevensgroepen die zojuist zijn gedownload of geopend.
Gebruik de Data map om door de verschillende data representaties te scrollen en om de gegevens, die in de grafiek en/of tabel
worden getoond, te bekijken.
Wanneer u op een MicroLitesymbool
overeenkomstige gegevens en toont deze in een grafiek of tabel.
Een grafiek icoon
betekent dat dit bestand op het scherm wordt getoond. Door twee maal op het symbool te klikken, verwijdert
u het bestand van het beeldscherm.
Een leeg icoon
betekent dat dit bestand niet wordt getoond. Klik twee maal op het symbool om het bestand op het scherm te
tonen. Om de sensorlijst onder een MicroLite te verwijderen, op het (-) teken naast de MicroLite icoon klikken.
Om de sensorlist onder een MicroLite zichtbaar te maken, op het (+) teken naast de MicroLite icoon klikken.
Om een MicroLite uit de gegevensmap te verwijderen, met de rechtermuis op het symbool klikken en vervolgens op Remove
data.
Om alle bestanden uit de gegevensmap te verwijderen, met uw rechtermuis op de
data.
2.5.2. De cursor
Gebruik de cursor om individuele waarden te tonen, of om een verscholen Y-as weer zichtbaar te maken. Met de
MicroLab Lite kunt u twee cursors tegelijkertijd gebruiken.
Om de eerste cursor zichtbaar te maken, twee keer op het gegeven klikken en daarna op Cursor
werkbalk. U kunt dan de cursor met de muis naar een ander punt op het scherm slepen en zelfs naar een ander scherm.
De coördinaten van de geselecteerde waarden worden onderaan het grafiekvenster getoond.
Om de tweede cursor te laten zien, twee maal ergens op de grafiek klikken, of op Second Cursor
klikken.
2.5.3. Grafiek kenmerken
1. Zoom
Klik op Zoom in
op de grafiek werkbalk en sleep de cursor diagonaal naar het gebied dat u wilt vergroten. Laat de muis los
om de geselecteerde zone te vergroten.
Klik nogmaals op Zoom in om de Zoom uit te schakelen.
2. Autoscale
Klik op Autoscale
op de grafiek werkbalk om alle waarden te tonen.
Klik twee maal op een individuele as om deze apart aan te passen.
3. Handmatige schaal
1. Klik op Graph Properties
2. Selecteer de Scale-Tab, en kies de as waarvan u de schaal wilt veranderen met Select axis in het Drop-down Menu.
3. Schakel Autoscale uit en voer de nieuwe waarden in.
4. U kunt de tijd en de datum van de tijdas handmatig invoeren, of door middel van de pijltjes naar boven en naar
beneden.
5. Klik daarna op OK.
Om de automatische schaalinstelling te selecteren, weer op Autoscale
4. Standaardzoom
Als u meestal een bepaald tijdsbestek moet bekijken (bijv. werktijden), dan kunt u de standaard zoom gebruiken. U kunt het begin
en het einde van de periode specificeren en deze wordt dan daarna iedere keer dat u een bestand opent, getoond.
Gebruiksaanwijzingen
in de gegevensmap klikt, dan springt de MicroLab Lite software naar de
op de grafiek werkbalk om het grafiekeigenschap venster te openen
icoon drukken en daarna op Remove all
klikken.
www.pcebrookhuis.nl
op de grafiek
op de grafiek werkbalk
12