Bediening van het alarmsysteem
Inschakelen van het systeem ('Normale-groep')
Druk op
.
Gedeeltelijk inschakelen van het systeem ('Thuis-groep')
Druk op
. De sensoren die zijn ingesteld op de thuis-groep zullen niet actief zijn. Alle
overige sensoren zullen wel actief blijven.
Uitschakelen via het bedieningspaneel
Het bedieningspaneel kunt u uitschakelen door uw 4-cijferig wachtwoord in
(standaard: 1234) en druk op
. U hoort een piep en het systeem is uitgeschakeld. Als
u 3 piepjes hoort, is het wachtwoord verkeerd ingevoerd.
Uitschakelen via de RFID tag
Houd de RFID tag dicht bij de RFID lezer (cirkel links naast de cijfers). U hoort een piep
en het systeem is uitgeschakeld.
BELANGRIJK:
Het alarmsysteem moet aangesloten
zijn op de netvoeding om het systeem uit te kunnen
schakelen met RFID-tags.
BELANGRIJK:
RFID-tags kunnen alleen gebruikt worden om het alarm uit te
schakelen, niet om in te schakelen.
11
Opnemen en afspelen persoonlijke boodschap
Druk 3 seconden op de
knop om daarna een
persoonlijke boodschap van maximaal 10
seconden op te nemen. Wanneer u eerder klaar
bent met de persoonlijke boodschap drukt u
nogmaals op
en kunt u de boodschap
beluisteren door op de cirkel te drukken.
RFID tags een naam geven
Naast de mogelijkheid om het systeem uit te schakelen, kunt u aan de RFID tags ook
namen toekennen. U krijgt dan direct bericht met de naam die is gekoppeld aan de
RFID tag.
Nancy
BELANGRIJK:
Een gebruiker kan alleen een melding ontvangen als de RFID-tag
een naam heeft toegewezen gekregen ÉN er een SMS nummer voor RFID-tags
is opgeslagen. (zie blz. 21 en 24)
Snelkiesnummer
Wanneer u op
drukt zal het systeem direct het vooraf ingestelde alarmnummer
bellen. Het gesprek wordt beëindigt wanneer u nogmaals op
kunt u zien hoe dit nummer ingesteld kan worden.
Nancy came home
Mom
Administrator
drukt. Op bladzijde 22
12