•
Gebruik nooit verschillende papierformaten, -gewichten of -
soorten in één lade.
•
Zorg ervoor dat de instellingen voor papierformaat en
papiersoort correct zijn ingesteld op de computer of het
bedieningspaneel van de printer.
•
Bewaar het papier volgens de aanbevelingen van de fabrikant.
Locaties van storingen bepalen
Opmerkingen:
•
Als Storingsassistentie is ingesteld op Aan, voert de printer
automatisch lege of gedeeltelijk afgedrukte pagina's
automatisch uit nadat een vastgelopen pagina is verwijderd.
Kijk of er onbedrukte pagina's uit de printer komen.
•
Als Herstel na storing op Aan of Automatisch staat, drukt de
printer de vastgelopen pagina's opnieuw af.
Storingslocatie
1
Automatische documentinvoer
2
Standaarduitvoerlade
3
Achterklep
4
Standaardlade voor 250 vel
5
Optionele laden voor 250 of 550 vel
6
Multifunctionele invoer
Storingslocatie
7
Klep A
Papier vast in klep A
1
Verwijder de lade.
6
2
Open klep A.
3
Verwijder de tonercartridge.