BEDIENINGSINSTRUCTIES
DAGELIJKSE CONTROLES VOORDAT U DE VERSNIPPERAAR START
•
PLAATS de versnipperaar op een stevige,
vlakke ondergrond.
•
CONTROLEER of de versnipperaar goed
wordt ondersteund en niet in beweging kan
komen.
•
CONTROLEER of de assteun in de laagste
positie staat en stevig vastzit.
•
CONTROLEER of alle beschermkappen
stevig zijn bevestigd.
•
CONTROLEER of de uitvoereenheid op zijn
plaats zit en stevig is bevestigd.
•
CONTROLEER of de uitvoerbuis in een
De volgende tests zijn van cruciaal belang voor een veiligheidscontrole van de machine. Deze tests
zijn binnen enkele seconden uit te voeren. Wij raden u aan deze tests elke dag uit te voeren.
Wanneer u zich hieraan houdt, weet u zeker dat de veiligheidsvoorzieningen naar behoren werken.
Bovendien kunt u van de gelegenheid gebruik maken om iedereen die met de machine werkt
opnieuw attent te maken op de bediening en de noodstopvoorzieningen.
1
DRUK DE RODE
VEILIGHEIDSBEUGEL
IN OM HET SYSTEEM
TE ACTIVEREN
5
DRUK OPNIEUW OP DE
GROENE KNOP
DE WALSEN MOETEN
VOORWAARTS DRAAIEN
DE BENZINEMOTOR STARTEN
STARTSCHAKELAAR
DE BENZINEMOTOR UITSCHAKELEN
•
LAAT de motor stationair draaien.
•
LAAT de motor gedurende minimaal een
hele minuut lopen.
C1900016 NL
TERWIJL DE MOTOR OP VOLLE TOEREN DRAAIT
2
DRUK OP DE GROENE
KNOP
DE WALSEN
MOETEN VOORWAARTS
DRAAIEN
6
DRUK OP DE RODE NOOD-
STOPKNOP
DE WALSEN MOETEN TOT
STILSTAND KOMEN
BIJ EEN KOUDE MOTOR:
GASHENDEL
•
Zet de gashendel voor 1/3 deel open en trek de choke uit.
•
Steek de contactsleutel in de startschakelaar.
•
Draai de sleutel om de motor te starten.
•
Laat de sleutel los zodra de motor start.
•
Draai de choke geleidelijk naar de uit-stand terwijl de motor
op temperatuur komt. Laat de motor gedurende minimaal
één minuut op temperatuur komen voordat ubegint met
versnipperen.
BIJ EEN WARME MOTOR:
•
Voer de instructies voor een koude motor uit, maar draai de
choke naar de uit-stand zodra de motor start.
Als de motor niet na 10 seconden is gestart, wacht u 1 minuut
en probeert u het opnieuw.
11 / 51
richting wijst die geen gevaar oplevert.
•
CONTROLER of er geen voorwerpen in de
invoertrechter zitten.
•
CONTROLEER of de invoerbak omhoog is
geklapt zodat de walsen niet kunnen worden
aangeraakt.
•
CONTROLEER de bedieningselementen
zoals hieronder beschreven.
•
CONTROLEER (visueel) op lekken van
vloeistof.
•
CONTROLEER het peil van de brandstof en
de hydraulische olie.
3
DRUK OP DE RODE
VEILIGHEIDSSTANG
DE WALSEN MOETEN
TOT STILSTAND KOMEN
7
DRUK OP DE BLAUWE
KNOP
DE WALSEN MOGEN
NIET DRAAIEN
•
SCHAKEL de motor uit en verwijder de
contactsleutel.
Raadpleeg de handleiding bij de motor voor meer informatie.
18.10.2019
4
DRUK OP DE BLAUWE KNOP
DE WALSEN MOETEN ALLEEN
ACHTERWAARTS DRAAIEN
TERWIJL U DE KNOP
INGEDRUKT HOUDT
8
TREK DE RODE KNOP UIT
OM DEZE TE RESETTEN
DE MACHINE IS KLAAR
VOOR GEBRUIK
TW 160PH
Rev:1.0