Druk herhaaldelijk op de toets Next Display (vol-
gende display) om de gewenste oefeninginformatie
op de display te zien.
Scan-modus—Het bedieningspaneel heeft ook
een scanmodus waarmee oefeninginformatie
in een herhalingscyclus wordt getoond. Om de
scanmodus aan te zetten, drukt u op de toets
Multi-scan; de scan-indicator (A) en het woord
SCAN zullen op het display aangaan.
A
Om de scancyclus handmatig verder te laten
gaan, drukt u herhaaldelijk op de toets Multi-scan.
Om de scanmodus uit te zetten, drukt u op de
toets Next Display (volgende display); de scanindi-
cator en het woord SCAN gaan dan uit.
U kunt de scanmodus ook aanpassen om alleen
de gewenste oefeninginformatie in een herhalende
cyclus te zien.
Om de scanmodus aan te passen, drukt u eerst
herhaaldelijk op de toets Next Display (volgende
display) tot de oefeninginformatie die u wilt toevoe-
gen of verwijderen uit de scancyclus in de display
verschijnt.
Druk vervolgens op de toets Add/Substract (toe-
voegen/verwijderen) om oefeninginformatie toe te
voegen aan of te verwijderen uit de scancyclus.
Wanneer oefeninginformatie wordt toegevoegd,
zal de indicator ervan aan gaan in de display.
Wanneer oefeninginformatie wordt verwijderd,
zal de indicator uitgaan.
Druk vervolgens op de toets Multi-scan om de
scanmodus aan te zetten.
Let op: Het bedieningspaneel zal uw hartslag in de
scancyclus automatisch weergeven wanneer het
een hartslag opvangt van een hartslagmonitor.
Om het volume-
niveau van het
bedieningspaneel te
wijzigen, drukt u op
de toename- of afna-
metoetsen voor het
volume.
Stop met trappen om het bedieningspaneel tot stil-
stand te brengen. Als het bedieningspaneel wordt
onderbroken, zal de tijd op de display opflikkeren.
Om met uw oefening door te gaan, begin gewoon
weer te stappen.
Let op: Het bedieningspaneel kan snelheid en
afstand weergeven in standaard of metrische mee-
teenheden. Druk op de toets St/Met (standaard/
metrisch) om de meeteenheid te wijzigen.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
U kunt uw hartslag meten met gebruik van de
handgreep-hartslagmonitor of de optionele borst-
kas-hartslagmonitor (zie bladzijde 20 voor
informatie over de optionele borstkas-hartslag-
monitor). Let op: Het bedieningspaneel is compati-
bel met Bluetooth
Let op: Wanneer u beide hartslagmonitoren
tegelijkertijd gebruikt dan zal de Bluetooth
Smart hartslagmonitor prioriteit krijgen.
Als er velle-
tjes plastic op
de metalen
contactpun-
ten (B) van de
handgreep-hart-
slagmonitor
bevinden, ver-
wijder deze dan.
Om uw hartslag
te meten, houd
uw handen op de
handgreep-hartslagmonitor met de palmen van uw
hand leunend tegen de contactpunten. Beweeg uw
handen niet en houd de contacten niet te stevig
vast.
18
Smart hartslagmonitoren.
®
B