8
NORMEN VOOR HET IN GEBRUIK NEMEN VAN DE VEEGMACHINE
Voordat de motor aangezet wordt
· Waterniveau batterij controleren
· De zijborstel omhoog brengen door knop 3.fig. 2 te gebruiken
Handelingen om de motor aan te zetten
· Sleutel inbrengen 6,fig 2, en kloksgewijze omdraaien; met deze handeling wordt de
stroom aan het tractie systeem toegevoerd.
Handelingen om de veegmachine te laten werken
Vooruitgaan: het tractiesysteem wordt in werking gesteld door de hendel 1,fig 3 omhoog
te trekken( Dit wanneer de veegmachine van tractie is voorzien)
Het wiel (2) gaat naar voren en drukt op de rol (3) waardoor de achterwielen door middel
van de riem(4) in werking wordt gesteld.
De afstand tussen de rol (3) en het wiel (2) moet in de ruststand van de veegmachine
ongeveer (2) mm zijn.
Om deze bovengenoemde afmeting te behouden het register (5) gebruiken.
Fig. 3 Schema tractie bediening
1 Hendel tractie
2 Wiel voor de tractie
3 Tractie rol
4 Tractie riem
5 Register(regelaar) tractiesnoer
2
1
5
2
4
3
3