7.5
De bekleding
De bekleding van uw rolstoel is ook een belangrijk onderdeel.
Gescheurde of versleten bekleding kan geen mensenlijk gewicht meer
dragen en hierdoor kunnen gevaarlijke situaties ontstaan. Regelmatige controle van uw
bekleding is daarom erg belangrijk. Controleer de bekleding van uw rolstoel daarom op de volgende
punten:
•
Controleer of de textielbekleding gaatjes, scheuren of versleten plekken heeft;
•
Controleer de parker gaten in de bekleding en verzeker uzelf ervan dat deze allemaal goed vastzitten en geen
bramen vertoond.
Wanneer één van bovenstaande punten afwijkingen toont, dient u contact op te nemen met de dealer waar u de rolstoel
heeft gekocht. Alleen uw dealer mag eventuele reparaties doorvoeren aan de bekleding.
7.6
Het reinigen van uw rolstoel
Het reinigen van uw rolstoel is belangrijk en dient regelmatig te worden gedaan. U kunt uw rolstoel het beste reinigen
zoals hieronder beschreven wordt.
•
Het reinigen van de stoffering, het chassis en de kunststof componenten kunt u het beste doen met milde zeep en
water. Gebruik nooit agressieve schuurmiddelen. Deze schuurmiddelen kunnen de lak beschadigen. Gebruik ook
nooit een hoge druk- of stoomreiniger;
•
Behandel de lak van uw chassis regelmatig met was. Gebruik echter nooit oplossende of schurende was.
schadelijke chemicaliën of siliconenspray;
•
Maak de rolstoel na het reinigen altijd goed droog. Zorg er bovendien voor dat uw rolstoel wordt droog gemaakt
als deze nat is geworden door bijvoorbeeld een regenbui.
7.7
Periodiek onderhoud aan uw rolstoel
Preventief onderhoud aan uw rolstoel is erg belangrijk en veel van deze zaken kunt u zelf (of uw begeleider) laten doen.
Hieronder geven wij u een opsomming van het interval van de hierboven beschreven controle van de onderdelen, die u
zelf kunt uitvoeren.
Iedere week
•
De bandenspanning controleren.
Iedere maand
•
Controleer of de rolstoel nog goed in en uit te vouwen is;
•
Controleer of de achterwielen nog eenvoudig in- en uit te nemen zijn;
•
Controleer de bekleding op beschadigingen of slijtage;
•
Controleer of er voldoende speling op zowel de voor- als de achterwielen zit;
•
Controleer of de remmen goed werken.
Ieder kwartaal
•
Controleer of alle bouten en moeren nog goed vastzitten en draai deze eventueel weer vast;
•
Controleer of alle spaken in de achterwielen nog voldoende op spanning staan;
•
Controleer het loopvlak van de banden op eventuele slijtage.
28