Verzenden van afdrukopdracht
9. Selecteer de gewenste afdrukopties (zoals aantal, 1- of 2-zijdig afdrukken).
10. Selecteer Afdrukken.
De opdracht wordt naar de gewenste wachtrij verzonden en vastgehouden of
onmiddellijk afgedrukt.
11. Selecteer Sluiten; hiermee wordt het venster Afdrukken uit bestand afgesloten.
Afdrukken vanaf de Xerox EX Print Server,
aangedreven door EFI
1. Kopieer de PDF-bestanden van de klantendocumentatie naar een opslagapparaat
(zoals een flash-stick of cd/dvd).
2. Sluit uw opslagapparaat op de printerserver aan.
3. Selecteer vanaf de Xerox EX-printerserver Bestand > Opdracht importeren.
4. Selecteer de gewenste wachtrij (zoals Afdrukken of Vasthouden).
5. Selecteer Toevoegen.
6. Blader naar uw opslagapparaat waarop de PDF-bestanden staan.
7. Selecteer en markeer een van de PDF-bestanden (Handleiding voor de gebruiker,
Handleiding voor de systeembeheerder).
8. Selecteer Openen.
9. Selecteer Importeren.
De opdracht wordt naar de geselecteerde wachtrij of de printer verzonden om direct
te worden afgedrukt.
Afdrukken vanaf de Xerox CX Print
Server, aangedreven door Creo
1. Kopieer de PDF-bestanden van de klantendocumentatie naar een opslagapparaat
(zoals een flash-stick of cd/dvd).
2. Sluit uw opslagapparaat op de printerserver aan.
3. Selecteer vanaf de Xerox CX-printerserver Bestand > Importeren.
4. Selecteer de gewenste wachtrij (zoals ProcessStore of ProcessPrint).
5. Blader naar uw opslagapparaat waarop de PDF-bestanden staan.
6. Selecteer en markeer een van de PDF-bestanden (Handleiding voor de gebruiker,
Handleiding voor de systeembeheerder).
7. Selecteer Toevoegen.
8. Selecteer Importeren.
De opdracht wordt naar de geselecteerde wachtrij of de printer verzonden om direct
te worden afgedrukt.
3-2
®
Xerox
Color 800/1000 Press
Handleiding voor de gebruiker