7.
De Alinker gebruiken
Als je op de Alinker langzamer gaat dan 5 km/uur , dan wordt je in het verkeer als voetganger gezien.
Je mag de Alinker dan op voetpaden, troittoirs en in openbare ruimte gebruiken.
Als je sneller gaat dan 5 km/uur, dan gedraag je je als fietser in het verkeer. Je moet dan op het
fietspad en je Alinker moet licht en reflectoren hebben.
7.1. Voor het eerste gebruik
• Stel het zadel en het stuur van de Alinker goed af. Zie 5. De Alinker afstellen.
• Oefen met de Alinker in een rustige omgeving zonder verkeer. Zorg ervoor dat je samen met
iemand bent als je de Alinker voor het eerst uitprobeert.
• Oefen om op een veilige manier op- en af te stappen. Zet de handrem op slot tijdens het oefenen.
Zie 7.2 Opstappen/afstappen.
• Oefen om bochten naar links en naar rechts te maken. Zie 7.8. Rijden in een bocht.
• Oefen voorzichtig op licht hellende wegen en stoepjes. Zie 7.6. Rijden op een helling.
• Oefen het gebruik van de handrem en je voeten om te remmen. Zie 7.4 Remmen.
• Raak gewend aan de snelheid van de Alinker.
7.2. Opstappen/afstappen
Opstappen en afstappen doe je vanaf de achterkant van de Alinker, zodat je niet uit balans raakt.
Zet de Alinker bij het opstappen en afstappen op de parkeerrem.
Let op: Als je bij het opstappen naast de Alinker staat en een been over het zadel heft,
kun je uit balans raken.
De Alinker gebruiken
17