8 Configuratie
OPMERKING
Wanneer
de
bereiken
aangepast
worden,
kamertemperaturen aangepast worden, zodat ze binnen
de grenswaarden blijven.
#
Code
Kamertemp.bereik
[A.3.2.1.2]
[3-06]
Maximumtemp (verwarm)
18~30°C (standaard: 30°C)
[A.3.2.1.1]
[3-07]
Minimumtemp (verwarm)
12~18°C (standaard: 12°C)
[A.3.2.1.4]
[3-08]
Maximumtemp (koelen)
25~35°C (standaard: 35°C)
[A.3.2.1.3]
[3-09]
Minimumtemp (koelen)
15~25°C (standaard: 15°C)
De kamertemperatuurstap
Alleen van toepassing in kamerthermostaatregeling en als de
temperatuur in °C wordt weergegeven.
#
Code
[A.3.2.4]
Nvt
Kamertemp. stap
▪ 1°C
kamertemperatuur
gebruikersinterface kan in stappen van
1°C ingesteld worden.
▪ 0,5°C De gewenste kamertemperatuur
op de gebruikersinterface kan in
stappen van 0,5°C ingesteld worden.
De werkelijke kamertemperatuur wordt
met een nauwkeurigheid van 0,1°C
weergegeven.
De kamertemperatuurhysteresis
Alleen van toepassing in het geval van een regeling via
kamerthermostaat.
De
hysteresisstrook
kamertemperatuur kan ingesteld worden. Daikin adviseert de
kamertemperatuurhysteresis NIET te wijzigen, omdat deze ingesteld
is om het systeem optimaal te kunnen gebruiken.
a
b
[ 9-0C ]
c
d
a Ruimtetemperatuur
b Werkelijke kamertemperatuur
c Gewenste kamertemperatuur
d Tijd
#
Code
Nvt
[9-0C]
1~6°C (standaard: 1°C)
De kamertemperatuurafwijking
Alleen van toepassing in het geval van een regeling via
kamerthermostaat. U kunt de (externe) kamertemperatuursensor
ijken. U kunt een afwijking instellen op de waarde van de
kamerthermistor gemeten door de gebruikersinterface of door een
externe kamersensor. De instellingen kunnen gebruikt worden om
situaties te compenseren waarin de gebruikersinterface of externe
kamersensor niet op de ideale plaats geplaatst kan worden (zie de
installatiehandleiding en/of de uitgebreide handleiding voor de
installateur).
Uitgebreide handleiding voor de installateur
48
voor
de
kamertemperaturen
moeten
ook
alle
gewenste
Beschrijving
Beschrijving
(standaard).
De
gewenste
op
rond
de
gewenste
Beschrijving
#
Code
Kamertemp.afwijking: Afwijking op de werkelijke kamertemperatuur
gemeten op de sensor van de gebruikersinterface.
[A.3.2.2]
[2-0A]
Afwijk. ext. kamersensor: Alleen van toepassing als de optie met
externe kamersensor geplaatst en geconfigureerd werd (zie [C-08])
[A.3.2.3]
[2-09]
Vorstbescherming kamer
Alleen van toepassing in het geval van een regeling via
kamerthermostaat. Wanneer de werkelijke kamertemperatuur onder
de kamervriestemperatuur zou vallen, zal de unit aanvoerwater (in
de verwarmingsstand) naar de warmteafgevers leiden om de kamer
opnieuw op te warmen.
OPMERKING
Zelfs
als
gebruikersinterface UIT is, blijft de bescherming tegen
vorst in de kamer actief.
#
Code
Nvt
[2-06]
Nvt
[2-05]
de
Afsluiter
Alleen
van
toepassing
2 aanvoerwatertemperatuurzones.
De
output
van
aanvoerwatertemperatuurzone) kan geconfigureerd worden.
INFORMATIE
De afsluiter staat tijdens het ontdooien altijd open.
Thermo AAN/UIT: de afsluiter sluit, afhankelijk van [F0B] wanneer er
geen vraag is om de kamer te verwarmen en/of te koelen in de
primaire zone. Activeer deze instelling om:
▪ te vermijden dat aanvoerwater naar de warmteafgevers in de
primaire AWT-zone zou geleid worden (via het mengklepstation)
wanneer er een verzoek van de secundaire AWT-zone is.
▪ de AAN/UIT-pomp van het mengklepstation alleen te activeren
wanneer er een vraag is. Zie "5 Richtlijnen met betrekking tot
mogelijke toepassingen" op pagina 7.
#
Code
[A.3.1.1.6.1] [F-0B]
INFORMATIE
De instelling [F-0B] is alleen geldig als er een vraag-
instelling
van
kamerthermostaat
aanvoerwatertemperatuur).
Koeling: Alleen van toepassing voor EHBX en EHVX. De afsluiter
gaat dicht, afhankelijk van [F-0C] wanneer de unit aan het koelen is.
Activeer deze instelling om geen koud aanvoerwater door de
warmteafgever
te
sturen
vloerverwarmingslussen of radiatoren).
ERHQ011~016BA + ERLQ011~016CA + EHVH/X16S18+26CA
Beschrijving
−5~5°C, stap 0,5°C (standaard: 0°C)
−5~5°C, stap 0,5°C (standaard: 0°C)
de
kamerthermostaatregeling
Beschrijving
Vorstbescherming kamer
0: uitgeschakeld
1 geactiveerd (standaard)
Vorstbeschermende kamertemperatuur
4~16°C (standaard: 12°C)
in
het
geval
de
afsluiter
(deze
in
de
Beschrijving
De afsluiter:
0
(Nee)
(standaard):
wordt
beïnvloed
door
een
verwarming of koeling.
1 (Ja): sluit wanneer er een GEEN vraag
naar verwarming of koeling is.
een
thermostaat
of
is
(NIET
als
instelling
en
condensatie
te
hebben
Daikin Altherma - Lage Temperatuur Split
4P313777-1C – 2012.11
op
de
van
primaire
NIET
vraag
naar
externe
voor
(bijv.