Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vermogenbeperking: Werking; Een Externe Temperatuursensor Opstellen; Voorbereiding; De Installatieplaats Voorbereiden - Daikin Altherma ERHQ011-014-016BA Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur

Verberg thumbnails Zie ook voor Altherma ERHQ011-014-016BA:
Inhoudsopgave

Advertenties

6 Voorbereiding

5.6.3

Vermogenbeperking: werking

De buitenunit heeft een betere effectiviteit dan de elektrische
verwarmingen. Om deze reden worden de elektrische verwarmingen
beperkt en eerst AFgezet. Het systeem beperkt het energieverbruik
in de volgende orde:
1
Het beperkt bepaalde elektrische verwarmingen.
Als... voorrang heeft
Productie van warm tapwater
Ruimteverwarming
2
Zet alle elektrische verwarmingen UIT.
3
Beperkt de buitenunit.
4
Zet de buitenunit UIT.
Voorbeeld
Als de configuratie als volgt is:
▪ Het niveau van vermogenbeperking staat NIET toe dat zowel de
boosterverwarming als de back-upverwarming samen werken
(stap 1 en stap 2).
▪ Verwarmingsvoorrang = Boosterverwarming.
Dan wordt het energieverbruik als volgt beperkt:
P
h
e
d
c
b
a
C
e
A
B
C
P
Geproduceerde warmte
h
C
Verbruikte energie
e
A Buitenunit
B Boosterverwarming
C Back-upverwarming
a Beperkte werking van de buitenunit
b Volle werking van de buitenunit
c Boosterverwarming AANgezet
d Stap 1 back-upverwarming AANgezet
e Stap 2 back-upverwarming AANgezet
5.7

Een externe temperatuursensor opstellen

U kunt 1 externe temperatuursensor aansluiten. Deze kan dan de
binnen- of buitenomgevingstemperatuur meten. Daikin adviseert een
externe temperatuursensor in de volgende gevallen te gebruiken:
Uitgebreide handleiding voor de installateur
20
Stel dan de
verwarmingsvoorrang via de
gebruikersinterface in op...
Boosterverwarming.
Resultaat:
De
back-
upverwarming zal als eerste
worden UITgezet.
Back-upverwarming.
Resultaat:
De
boosterverwarming
zal
als
eerste worden UITgezet.
Binnenomgevingstemperatuur
▪ Wanneer een kamerthermostaat de temperatuur regelt, wordt de
gebruikersinterface als kamerthermostaat gebruikt en meet deze
de
binnenomgevingstemperatuur.
gebruikersinterface op een plaats geplaatst worden:
▪ Waar de gemiddelde temperatuur in de kamer gedetecteerd
kan worden
▪ Dit betekent: NIET aan rechtstreeks zonlicht blootgesteld
▪ Dit betekent: NIET in de nabijheid van een warmtebron
▪ Dit betekent: NIET door buitenlucht of tocht door bijv. het
openen/sluiten van deuren
▪ Indien
dit
NIET
mogelijk
afstandsbinnensensor aan te sluiten (optie KRCS01-1).
▪ Opstelling:
voor
de
installatiehandleiding van de afstandsbinnensensor.
▪ Configuratie: selecteer kamersensor [A.2.2.B].
Buitenomgevingstemperatuur
▪ De buitenomgevingstemperatuur wordt in de buitenunit gemeten.
Daarom moet de buitenunit op een plaats geplaatst worden:
▪ Langs de noordkant van het huis of langs de kant van het huis
waar zich de meeste warmteafgevers bevinden
▪ Dit betekent: NIET aan rechtstreeks zonlicht blootgesteld
▪ Indien
dit
NIET
mogelijk
afstandsbuitensensor aan te sluiten (optie EKRSCA1).
▪ Opstelling:
voor
de
installatiehandleiding van de afstandsbinnensensor.
▪ Configuratie: selecteer buitensensor [A.2.2.B].
▪ Tijdens een onderbreking (zie "8 Configuratie" op pagina 34)
wordt de buitenunit lager gezet om de stand-by-energieverliezen
te beperken. Hierdoor wordt de buitenomgevingstemperatuur
NIET gelezen.
▪ Als de gewenste aanvoerwatertemperatuur weersafhankelijk is, is
het belangrijk de buitentemperatuur continu te meten. Dit is een
andere
reden
om
de
optionele
omgevingstemperatuur te plaatsen.
INFORMATIE
De gegevens (waarvan het gemiddelde genomen wordt of
de ogenblikkelijke gegevens) van de externe buitensensor
voor de omgevingstemperatuur worden gebruikt in de
weersafhankelijke regelgrafieken en in de logica gebruikt
om automatisch over te schakelen tussen verwarming en
koeling. Om de buitenunit te beschermen wordt steeds de
interne sensor van de buitenunit gebruikt.
6
Voorbereiding
6.1

De installatieplaats voorbereiden

Installeer de unit NIET op een plaats die vaak als werkplaats wordt
gebruikt. Wanneer bouwwerken (bijv. slijpwerk) worden uitgevoerd
waarbij veel stof wordt geproduceerd, moet de unit worden afgedekt.
Kies een installatieplaats met voldoende ruimte om de unit in en uit
de site te kunnen dragen.
6.1.1
Vereisten inzake de plaats waar de
binnenunit geïnstalleerd wordt
▪ Houd rekening met de volgende richtlijnen:
Maximum toegestane lengte voor de
koelmiddelleidingen tussen de binnenunit en de
buitenunit
ERHQ011~016BA + ERLQ011~016CA + EHVH/X16S18+26CA
Daarom
moet
is,
adviseert
Daikin
installatie-instructies,
zie
is,
adviseert
Daikin
installatie-instructies,
zie
buitensensor
voor
(a)
75 m
Daikin Altherma - Lage Temperatuur Split
4P313777-1C – 2012.11
de
een
de
een
de
de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave