5
|
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
Warmtepompconvectoren
Uitgebreide handleiding voor de installateur
34
▪
Comfort. In het geval van vloerverwarming zorgt de draadloze externe
kamerthermostaat ervoor dat er tijdens het koelen geen condensatie op de vloer
optreedt door de vochtigheid in de kamer te meten.
Opstelling
A Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B Een eenpersoonskamer
a Warmtepompconvectoren (+ controllers)
▪
Voor meer informatie over de aansluiting van de elektrische bedrading op de
unit, zie:
-
"8.2 Aansluitingen op de
-
"8.3 Aansluitingen op de
▪
De warmtepompconvectoren worden als volgt aangesloten:
-
Warm water → Binnenunit
-
Koud water → Buitenunit
▪
De gewenste kamertemperatuur wordt ingesteld via de controller van de
warmtepompconvectoren. Er zijn verschillende controllers en opstellingen
mogelijk voor de warmtepompconvectoren. Voor meer informatie, zie:
-
De installatiehandleiding van de warmtepompconvectoren
-
De installatiehandleiding van de opties voor warmtepompconvectoren
-
Het bijlageboek voor optionele uitrustingen
▪
Het signaal om ruimteverwarming/koeling te vragen wordt naar een digitale
input op de binnenunit gestuurd (X2M/35 en X2M/30).
▪
De bedrijfsmodus wordt naar de warmtepompconvectoren gestuurd door een
digitale output op de binnenunit (X2M/4 en X2M/3).
Configuratie
Instelling
Temperatuurregeling van de unit:
▪
#: [2.9]
▪
Code: [C-07]
Aantal watertemperatuurzones:
▪
#: [4.4]
▪
Code: [7-02]
B
A
a
4
buitenunit" [
96]
4
binnenunit" [
104]
1 (Externe kamerthermostaat): De
unit werkt op basis van de externe
thermostaat.
0 (1 zone): Primair
Waarde
EPRA14~18DAV3+W1 + ETBH/X16DF6V+9W
Daikin Altherma 3 H HT W
4P587501-1B – 2020.10