Snelinbedrijfname
Algemeen
Niveaumeting
Scheidingslaagmeting
VEGAFLEX 86 • Modbus- en Levelmaster-protocol
5 Sensor met display- en bedieningsmodule in bedrijf stellen
5.3
Parametrering - snelinbedrijfname
Om de sensor snel en vereenvoudigt op de meettaak aan te passen,
kiest u in het startvenster van de display- en bedieningsmodule het
menupunt "Snelinbedrijfname".
De "Uitgebreide bediening" vindt u in de uitgebreide handleiding.
Meetplaatsnaam
In het eerste menupunt kunt u een passende meetplaatsnaam toe-
kennen. U kunt namen met maximaal 19 tekens invoeren.
Mediumtype
In het volgende menupunt kunt u zien, voor welk mediumtype het
instrument geschikt is. Indien uw instrument slechts voor één bepaald
medium geschikt is, is dit menupunt niet zichtbaar.
Toepassing
In dit menupunt kunt u de toepassing kiezen. U kunt kiezen tussen
niveaumeting en scheidingslaagmeting. U kunt bovendien kiezen
tussen meting in een tank of in een bypass of standpijp.
Medium - diëlektrische constante
In dit menupunt kunt u het mediumtype (medium) definiëren.
Max.-inregeling
In dit menupunt kunt u de max.-inregeling voor het niveau invoeren.
Voer bij de procentuele waarde de passende afstandswaarde in me-
ters voor de volle tank in. De afstand is gerelateerd aan het sensorre-
ferentievlak (afdichtingsvlak van de procesaansluiting). Let er daarbij
op, dat het maximale niveau onder de dode band moet liggen.
Min.-inregeling
In dit menupunt kunt u de min.-inregeling voor het niveau invoeren.
Voer bij de procentuele waarde de passende afstandswaarde in
meters in voor de lege tank (bijv. afstand van flens tot uiteinde sonde).
De afstand is gerelateerd aan het sensorreferentievlak (afdichtings-
vlak van de procesaansluiting).
Diëlektrische contante - bovenste medium
In dit menupunt kunt u het mediumtype (medium) definiëren.
11