1. voorzorgsmaatregelen • Lees voor het gebruiken van deze airconditioner het bedieningsvoorschrift zorgvuldig door. Werk volgens de aanwijzingen. • De instructies in deze alinea hebben betrekking op de veiligheid. Houd bij het gebruik van de airconditioner rekening met de veiligheidsvoorschriften. Veiligheidsvoorschriften GEVAAR! •...
2. Omschrijving van de functies Inverter functie Direct na het inschakelen van de airconditioner wordt extra vermogen gebruikt om de ruimte snel op de ingestelde temperatuur te brengen. Daarna schakelt de unit automatisch over naar een lager vermogen. Droog functie De binnenunit kan worden ontvochtigd door de COIL DRY toets op de afstandsbediening in te drukken.
3. Benaming en functie van onderdelen airconditioner en condensingunit fig. 2 fig. 1 fig. 4 fig. 3 BINNENUNIT (fig. 1) • Als deze functie per ongeluk wordt gestart, 1. Luchtinlaatroosters druk dan op de START/STOP-toets om de 2. UV-lampen (4 stuks) functie te stoppen.
Pagina 6
3. Benaming en functie van onderdelen afstandsbediening fig. 5 fig. 6 AFSTANDSBEDIENING (fig. 5) 44. FILTER functie toets 23. signaalzender 45. HI POWER functie toets 24. Display van de afstandsbediening(fig. 6) 46. SUPER QUIET toets 25. COIL DRY-display 47. Luchthoeveelheid toets 26.
4. Voorbereiding Openen en sluiten van het deksel van de afstandsbediening Houd het deksel aan beide Open het deksel zijden vast en sluit het deksel voorzichtig totdat u een klik hoort. Wanneer moeten de batterijen vervangen worden? • De afstandsbediening gaat zo nu en dan uit, •...
Inschakelen van de apparatuur 1. Steek de stekker in het stopcontact 2. Zet de eventuele hoofdschakelaar op ON Voorbereiding van de afstandsbediening Plaatsen van de batterijen (LRO3 x 2) 1. Druk op het klepje aan de achterzijde van de afstands- bediening en schuif het in de richting van de pijl.
Houder voor de afstandsbediening • De houder kan op de muur gemonteerd worden. Let op dat de airconditioner goed bereikbaar is uitnemen voor het signaal van de afstandsbediening. plaatsen schroeven 1. Bevestig de houder 2. Plaats de afstandsbediening in de houder. duwen 3.
Instellen van de luchtsnelheid (FAN CONTROL) Druk op de FAN CONTROL-toets. Iedere keer als de toets wordt ingedrukt verschijnen de snelheden in de onderstaande volgorde: Na 3 seconden verschijnen de eerder ingestelde functies weer op de display. Als de FAN CONTROL op AUTO staat: Koelen (COOL): Zodra de ruimtetemperatuur in de automatische (AUTO) functie de ingestelde temperatuur bereikt heeft, schakelt de ventilator automatisch over op de lage snelheid.
• Als de airconditioner de ruimtetemperatuur bijna op de ingestelde temperatuur heeft gebracht, zal hij gaan draaien in de monitorfunctie. In deze stand zal de ventilator zeer langzaam draaien. Als de ruimtetemperatuur aanzienlijk verandert, zal de airconditioner nogmaals de juiste functie kiezen (verwarmen, koelen), om de ruimtetemperatuur weer in overeenstemming met de ingestelde temperatuur te brengen.
6. Instellen van de luchtuitblaasrichting • Gebruik de afstandsbediening voor het verstellen van de verticale en horizontale uitblaasrichting. • Gebruik de AIR DIRECTION-toetsen pas na het aanzetten van de airconditioner en wacht tot de lamellen niet meer bewegen Verticale verstelling luchtuitblaasrichting Open het deksen van de afstandsbediening en Verwarmen 5, 6, 7, 8 Koelen/ontvochtigen 1, 2, 3, 4...
Instelling van de luchtuitblaasrichting • Wanneer de unit wordt aangezet of als de functie wordt veranderd, wordt de stand van de uitblaas- lamellen automatisch ingesteld, afhankelijk van de gekozen functie: Koelen/Ontvochtigen/Circuleren: horizontale luchtrichting Verwarmen: neerwaartse luchtrichting. • Tijdens de HI-POWER functie wordt de OP/NEER luchtrichting automatisch ingesteld om een optimale Koeling/Verwarming te verkrijgen.
8. Timerfunctie Zorg dat de afstandsbediening op de juiste tijd is ingesteld voor het gebruik van de timerfunctie. Inschakelen van de OFF TIMER en de ON TIMER 1. Druk op de toets van de gewenste functie of op de START/ STOP toets (als de airconditioner al in werking is, ga naar stap 2).
Wijzigen functie Indien u een functie wilt wijzigen (koelen, luchtcirculatie, thermostaatinstelling, luchtuitblaasrichting, super stil functie), nadat de timer is ingesteld, wacht u tot de door u eerder ingestelde functies weer op de display verschijnen. Bijzonderheden timerfunctie • Het is mogelijk in het programma de inschakeltijd en de uitschakeltijd eenmaal per etmaal (24 uur) in te stellen dus OFF timer ON timer of OFF timer ON timer.
10. Energiebesparende functie Voordat de energiebesparende functie wordt gestart moet de airconditioner worden ingeschakeld. Starten van de energiebesparende functie Open het deksel van de afstandsbediening en druk op ECONOMY-toets. “ECO” verschijnt op de display van de afstandsbediening. De energiebesparende functie start. Stoppen van de energiebesparende functie Druk nogmaals op ECONOMY-toets.
Bijzonderheden Hoog Vermogen functie • Tijdens Koelen De airconditioner zal op maximaal vermogen draaien, totdat de ruimtetemperatuur 1 °C onder de ingestelde temperatuur ligt. • Tijdens Verwarmen De airconditioner zal op maximaal vermogen draaien, totdat de ruimtetemperatuur 2 °C boven de ingestelde temperatuur ligt.
13. Automatisch filterreiniging • Dit is een handige functie die automatisch stof en vuil van de luchtfilters verwijdert na een vooraf ingesteld aantal draaiuren. • De filterreinigingsfunctie kan ook via de afstandsbediening worden ingeschakeld. Werking Automatische filterreiniging • De Automatische Filterreinigingsfunctie wordt geactiveerd na een vooraf ingesteld aantal uren, waardoor de airconditioner stopt, of als de FILTER MAINTENANCE-toets wordt ingedrukt.
LET OP! • Raak de luchtfilters niet aan tijdens de automatische filterreiniging. - De binnenunit werkt niet goed als de luchtfilters worden bedwogen. - Als de luchtfilters onnodig worden uitgetrokken, kunnen ze beschadigd raken of vallen, met persoonlijk letsel als gevolg. Bijzonderheden Automatische filterreinigingsfunctie •...
14. Onderhoud en schoonmaak LET OP! • Trek voor u begint met schoonmaken de stekker uit het stopcontact of zet de hoofdschakelaar uit. • Regelmatig onderhoud verlengt de levensduur van uw airconditioner en verbetert de prestaties. • Zorg dat het luchtinlaatrooster goed is bevestigd. •...
Pagina 21
4. Verwijder het luchtfilter uit elk stofreservoir. Pak de bevestiging van elk luchtfilter vast en trek het los in de richting van de pijl. Luchtfilter • Als het luchtfilter van het reservoir wordt losgemaakt, kan er stof omlaag vallen. Gebruik een oude krant o.i.d. om het stof Bevestigingen op te vangen.
Pagina 22
Monteren van de stofreservoirs Voorste reservoir Zet het voorste reservoir andersom bevestig vervolgens het achterste reservoir • Als u het voor- en achterreservoir aan elkaar koppelt, denk er dan aan dat de borstelhouders niet uitsteken. Achterste reservoir “Klik” Bevestig de lichtblauwe nokjes op beide zijden op hun plaats.
• Druk op de MAINTENANCE MANUAL AUTO-toets totdat u een piepgeluid hoort. Als de MAINTENANCE/MANUAL AUTO- langer dan drie seconden wordt ingedrukt, begint de airconditioner te draaien in de MANUAL AUTO-functie • Vergeet niet de MAINTENANCE/MANUAL AUTO-toets in te drukken. Als het rode MAINTENANCE-lampje blijft PIEP branden, kan de Automatische Reinigingsfunctie niet werken.
Onderhoud van de luchtfilters • Als er na de Automatische Reiniging nog vuildeeltjes op de luchtfilters zijn achtergebleven, kunt u de filters wassen met water. • Aanbevolen wordt, het onderhoud aan stofreservoirs en luchtfilters gelijktijdig uit te voeren. 1. Open het frontpaneel en verwijder de stofreservoirs en de luchtfilters. Zie onderhoud van de stofreservoirs.
Onderhoud van de luchtinlaatroosters Luchtinlaatrooster • Gelijktijdig met stofreservoir onderhoud uit te voeren. 1. Open het frontpaneel. Zie onderhoud van de stofreservoirs. Pennetjes Pennetjes 2. Verwijder het inlaatrooster. Duw de houders (4) van het frontpaneel omhoog. Bevestigingen Pak de bovenste bevestigingen van het inlaatrooster stevig vast en trek ze naar voren.
15. Manual auto functie Als de afstandsbediening weg of onbruikbaar is of als de batterijen leeg zijn, kan de airconditioner provisorisch bediend worden met de MANUAL AUTO-toets op de airconditioner. Gebruik van de MANUAL AUTO-functie 1. Open het voorpaneel. Pak het paneel aan beide zijden vast en open het paneel tot het vastklikt.
18. Problemen WAARSCHUWING! Zet in geval van storing (brandlucht, etc.) onmiddellijk de airconditioner stop. Sluit de stroom af en raadpleeg de erkende installateur voor verdere actie. Als u de stroom uitschakelt, doe dit dan niet alleen op de airconditioner. De stroom staat dan nog steeds op het toestel. Zet dus de hoofdschakelaar op OFF en/of trek de stekker uit het stopcontact.
Pagina 28
Storing probleem pagina • Als gedurende de stand verwarmen de ruimte- temperatuur stijgt tot boven de temperatuurinstel- ling, zal de buitenunit stoppen en de binnenunit op lage snelheid gaan draaien. Als u verder wilt verwarmen, zet dan de temperatuurinstelling hoger. •...
17. Bijzonderheden van de werking Verwarmingsprestaties • Deze airconditioner gebruikt een warmtepomp voor het onttrekken van warmte uit de buitenlucht en zal deze vervolgens naar binnen brengen. Dit heeft tot gevolg dat de verwarmingsopbrengst zal teruglopen als de buitentemperatuur daalt. Het is daarom aan te bevelen de airconditioner te ge- bruiken in combinatie met andere verwarmingssystemen.
Deze testen werden tenminste uitgevoerd conform de bepalingen vastgelegd in de “Regeling Lekdichtheidsvoorschriften Koelinstallaties ‘97” (RKL ‘97). Het certificaat is alleen geldig voor de condensingunit welke door FUJITSU van koelmiddel is voorzien en indien model, serienummer en beproevingsdruk hierboven zijn ingevuld.
Pagina 32
Invullen gegevens DRUKBEPROEVINGS- en LEKDICHTHEIDSCERTIFICAAT FUJITSU condensingunits. Op het DRUKBEPROEVINGS- EN LEKDICHTHEIDSCERTIFICAAT dient een aantal gegevens te worden genoteerd, nl. - Het model en serienummer zoals vermeld op het typeplaatje van de condensingunit. - De beproevingsdruk zoals onderstaand vermeld: Beproevingsdruk 4150 kPa voor de volgende 230V modellen:...
In de overige gevallen (installaties met een koudemiddelinhoud 3 kg) moet dit certificaat aan de beheerder van de installatie worden overgedragen. Het certificaat is alleen geldig voor apparatuur die door Fujitsu General Limited is voorzien van een koudemiddelvulling en indien het model- en serienummer, zoals vermeld op het typeplaatje...
Pagina 34
De aan de bovengenoemde testen ten grondslag liggende fabrieksverklaringen zijn bij ThermoNoord B.V. beschikbaar. Gorredijk, 1 juli 2006 THERMONOORD B.V. Koos van Geresteijn Algemeen directeur Plieger Groep Tolhuislaan 7 - Postbus 133 - 8400 AC GORREDIJK – Telefoon (0513) 46 99 99 - Telefax (0513) 46 99 09...