Gebruikershandleiding
1. Druk tegelijkertijd op de knoppen
blauw knippert (circa 3 seconden).
2. Gebruik uw computer om de pincode (acht cijfers) die zich op het label aan de achterzijde van de scanner
bevindt, in te voeren in het toegangspunt. U hebt hier twee minuten de tijd voor.
Het instellen van de verbinding wordt gestart. De lampjes
Het lampje
gaat blauw branden wanneer de verbinding is ingesteld.
Opmerking:
❏ Raadpleeg de handleiding van het toegangspunt voor meer informatie over het invoeren van een pincode.
❏ De verbinding kan niet worden ingesteld wanneer het lampje gaat branden. Nadat u de fout hebt gewist door op de
knop
te drukken, start u het toegangspunt, plaatst u deze dichter bij de scanner en probeert u opnieuw
verbinding te maken.
Instellingen voor toegangspunt configureren
Met deze methode kunt u de scanner zonder een toegangspunt rechtstreeks verbinden met apparaten. De scanner
werkt als toegangspunt.
Belangrijk:
c
Wanneer u een smart device verbindt met de scanner met de verbinding in AP-modus, is de scanner verbonden met
hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) as het smart device en vindt communicatie tussen de beide apparaten plaats.
Omdat het smart device automatisch wordt verbonden met andere verbindbare Wi-Fi-netwerken als de scanner
wordt uitgeschakeld, wordt niet opnieuw verbinding gemaakt met het vorige Wi-Fi-netwerk als de scanner wordt
ingeschakeld. Maak vanuit het smart device in de AP-modus opnieuw verbinding met de SSID van de scanner. Als
u niet steeds opnieuw verbinding wilt maken wanneer u de scanner in- of uitschakelt, wordt aangeraden een Wi-Fi-
netwerk te gebruiken door de scanner te verbinden met een toegangspunt.
1. Druk op de knop
Het lampje
gaat blauw branden wanneer de verbinding in AP-modus is ingeschakeld.
2. Maak verbinding met het smart device of de computer en de scanner via de SSID en het wachtwoord van de
scanner.
Opmerking:
❏ U kunt de SSID en het wachtwoord van de scanner controleren op het label van de scanner.
❏ Raadpleeg de documentatie die bij uw smart device of computer is geleverd voor bedieningsinstructies.
De netwerkstatus controleren met het netwerklampje
U kunt de netwerkverbindingsstatus controleren met het netwerklampje op het bedieningspaneel van de scanner.
Gerelateerde informatie
"Lampjes" op pagina 16
&
"Foutindicatoren" op pagina 17
&
Netwerkinstellingen
en
op het bedieningspaneel van de scanner totdat het lampje
op het bedieningspaneel van de scanner.
en
knipperen om en om.
102