7. Schuif de vaste schijf naar buiten in de richting van de achterkant van de computer.
8. Als door verwijdering van de harde schijf de schijfconfiguratie wordt gewijzigd, moet u ervoor zorgen dat deze wijzigingen opgenomen worden in de
systeeminstellingen (zie Systeeminstellingen).
De vaste schijf plaatsen
1. Volg de procedures in
Voordat u
2. Raadpleeg de documentatie die bij de schijf werd geleverd om na te gaan of deze voor uw computer is geconfigureerd.
3. Schuif de vaste schijf in het vasteschijfcompartiment.
4. Breng de schroefopeningen in de vaste schijf op één lijn met de schroefopeningen in het stationspaneel.
5. Plaats de vier schroeven waarmee de vaste schijf aan het stationspaneel vastzit.
6. Sluit de voeding- en gegevenskabels aan op de vaste schijf (zie
7. Als u de primaire vaste schijf vervangt, plaatst u de beugel van de grafische kaart terug (zie
8. Plaats de computerkap terug (zie
9. Sluit de computer en apparaten aan op het stopcontact en schakel ze in.
10. Raadpleeg de documentatie die bij de schijf wordt geleverd voor instructies over het installeren van eventuele software die noodzakelijk is voor het
functioneren van de vaste schijf.
11. Raadpleeg de systeeminstellingen om te controleren of de schijfconfiguratie is gewijzigd (zie Systeeminstellingen).