6.0
Reinigen
6.0
Reinigen
6.1
Voor het reinigen:
Schakel de machine uit en sluit hem van het de electriciteit af, voor
u de machine gaat reinigen.
WAARSCHUWING
GEBRUIK GEEN STAALWOL, STALEN BORSTELS of ander
schadelijk material.
NIET schoonmaken met stoom en het apparaat NIET afspoe-
len, noch de binnenkant als de buitenkant.
6.2
Reiniging van het interieur:
Verwijder de was– en naspoelarmen uit de machine,
en reinig deze. Voor u de spoelarmen weer te-
rugplaatst, verwijdert u alle eventuele vervuiling
Neem het filter uit het toestel en reinig deze in warm
water.
WAARSCHUWING
Voor u het interieur van de machine reinigt, moet u zich ervan verzekeren,
dat alle scherpe voorwerpen zorgvuldig verwijderd zijn. Dit zijn bijvoorbeeld
glasscherven en andere objecten die schade veroorzaken kunnen.
Blz 12
:
Maak nu het interieur van de wastanks schoon.
Verzeker ervan dat alle afvalresten verwijderd zijn
en de wastank zuiver is. Plaats nu alle filters en
sproeiarmen weer in de machine.