Plaatsing van de roosters
De roosters worden op de plaat
gemonteerd geleverd. Om de roosters
correct te monteren dient u de
aanwijzingen in de afbeeldingen te volgen.
Correcte positie van de vlamverdelers en
van de deksels
Voordat de branders van de kookplaat
aangeschakeld worden, moet gecontroleerd
worden of de vlamverdelers in hun zittingen
zitten en de bijbehorende deksels geplaatst
zijn, door te kijken of de gaten A van de
brander overeenstemmen met de
vonkontstekers en de thermokoppels (B).
Gebruik
Praktisch advies voor het gebruik van de
kookplaat
Voor een optimaal rendement van de bran-
ders en een minimaal gasverbruik moeten
pannen gebruikt worden met een deksel en
die geschikt zijn voor de brander, om te
voorkomen dat de vlam langs de zijkanten
lekt. Wanneer de vloeistof begint te koken,
moet de vlam laag gedraaid worden om te
vermijden dat de vloeistof overkookt.
Diameter van de pannen:
• AUX: 12 - 16 cm.
• RR: 18 - 24 cm.
• UR3: 22 - 26 cm.
Diameter van de recipiënten met
verhoogd rooster:
• AUX: 16 - 26 cm.
• RR: 24 - 28 cm.
• UR3: 26 - 34 cm.
Om brandwonden te vermijden en schade
aan de kookplaat of het werkblad te
voorkomen, moeten tijdens de bereiding
alle pannen en vleesroosters binnen de
omtrek van de kookplaat blijven.
Na elk gebruik moet steeds
gecontroleerd worden of de
bedieningsknoppen zich in de
positie
(uit) bevinden.
133