7. Controleer of er geen water uit het
drukreduceerventiel van de inlaatcombinatie
(2), of uit het T&P-ventiel (3) stroomt. Als er
wel water uit komt:
-
Onderzoek of de watertoevoerdruk hoger
is dan de gespecificeerde waarde in de
Technische informatie. Installeer, indien
nodig, een drukreduceerventiel (1).
-
Onderzoek of het drukreduceerventiel van
de inlaatcombinatie goed is geïnstalleerd
en goed werkt. Vervang, indien nodig, het
overstortventiel.
8. Sluit alle tappunten in de warmwaterleiding.
8.7.2 Branderdruk
Controleer of de branderdruk correct is ingesteld
voor het controleren van de nominale belasting.
De branderdruk controleren:
1. Verwijder de afdichtschroef van de testnippel.
2. Sluit een manometer aan op de testnippel
zodra u gas ruikt.
3. Schakel de boiler in (zie 4.1).
4. Zorg, indien nodig, voor een warmtevraag:
-
Gebruik een tappunt in de
warmwaterleiding om water af te tappen,
of
-
Gebruik de temperatuurknop om het
setpoint van de watertemperatuur te
verhogen (zie 4.1.1).
5. Wacht ongeveer een minuut.
6. Lees met de manometer de branderdruk af
en vergelijk die met de waarde in de bijlage
Gasinformatie (zie 11.4).
7. Corrigeer indien nodig de branderdruk met de
stelschroef:
a) Verwijder de temperatuurknop door deze
recht naar voren te trekken. De
stelschroef voor de branderdruk ('pr adj')
is nu zichtbaar.
b) Draai de schroef linksom om de
branderdruk te verlagen of rechtsom om
de branderdruk te verhogen.
c) Bevestig de temperatuurknop weer.
8. De boiler uitschakelen (zie 4.2).
9. Ontkoppel de manometer.
10. Draai de afdichtschroef weer vast op de
testnippel.
0313714_BTL_BENL_V1.0, 30-03-2021
Afb. Nominale belasting van de gasbranders
instellen
8.7.3 De boiler inschakelen
Raadpleeg de procedure in het gedeelte voor de
gebruiker: De boiler inschakelen (zie 4.1).
8.8 Buitengebruikstelling
Stel de boiler buiten gebruik:
1. De boiler uitschakelen (zie 8.8.1)
2. De boiler aftappen (zie 8.8.2)
8.8.1 De boiler uitschakelen
Raadpleeg de procedure in het gedeelte voor de
gebruiker voor het uitschakelen van de boiler
(zie 4.2).
8.8.2 Aftappen
Raadpleeg het Installatieschema (zie 8.3)
wanneer u de boiler wilt aftappen:
1. Sluit de gaskraan (10).
2. Sluit, indien van toepassing, de
onderhoudsafsluiter (11) in de
warmwaterleiding.
3. Sluit de afsluiter (10).
4. Open de aftapkraan (9).
5. Belucht de hele installatie totdat de boiler
volledig is afgetapt.
n
Opmerking
Ontkoppel de boiler en kantel die in de richting
van de aftapkraan wanneer de boiler helemaal
geleegd moet worden.
c
Let op
De boiler mag alleen worden omgebouwd door
een daartoe gekwalificeerd persoon.
17