Inhoudsopgave
Advertenties
Inductiekookplaat bedienen
5 Inductiekookplaat bedienen
5.1 Gebruikstips
5.2 Pankwaliteit controleren
Voorwaarde Apparaat ingeschakeld
Bodemdia-
Waterhoe-
meter van de
veelheid (20
pan
°C)
140 mm
0,5 l
14
Voor het overzicht van de bedienings-, en weergave-elementen
het voorblad uitklappen.
Geschikt kookgerei voorkomt warmteverlies.
•
Geschikt kookgerei is bijvoorbeeld gemaakt van staal, gietijzer,
geëmailleerd ijzer of roestvrij staal met platte bodem en
magnetiseerbare coating aan de onderkant.
•
Niet geschikt kookgerei is bijvoorbeeld gemaakt van aluminium,
koper, glas, keramiek of kunststof.
•
De bodemdiameter van het kookgerei moet bij een
inductiekookplaat ten minste 12 cm zijn.
Pandeksel tijdens het koken plaatsen.
Niet benodigde kookzones uitschakelen.
Overkoken vermijden.
Stopwatch aanwezig
Meetband aanwezig
1. Diameter van de pan meten.
2. Pan met hoeveelheid leidingwater volgens tabel vullen.
3. Pan zonder deksel in het midden van de kookzone plaatsen.
4. Bedieningsknop Vermogen van de kookzone naar het hoogste
vermogensniveau draaien.
5. Tijdmeting starten.
Water wordt opgewarmd.
Water kookt sterk.
6. Tijdmeting stoppen en resultaat aflezen.
7. Gemeten tijd met de tabelwaarden vergelijken.
Kooktijd komt overeen met de gegevens in de tabel.
Ligt de kooktijd in het genoemde bereik, dan kan ervan wordt
uitgegaan dat het panmateriaal geschikt is.
Generatortype
3,5 kW
5,0 kW
Ø 200 mm
Ø 270 mm
01:30 min
01:30 min
Bedieningshandleiding
5, 0 kW
7,0 kW
280 x 290
280 x 290
mm
mm
02:30 min
02:00 min
10,0 kW
325 x 325
mm
02:00 min
Advertenties
Inhoudsopgave
