Inhoudsopgave
Advertenties
Indirecte hoogtemeting (Pythagoras)
Via deze methode kan de lengte van een onbekend traject via de
stelling van Pythagoras worden bepaald. De methode is bijv.
geschikt voor hoogtemetingen.
A
Voorwaarde voor de meting:
• Het apparaat is horizontaal op het laagste punt (B) van het te
meten traject gericht.
• Het referentiepunt ligt aan de achterkant van het apparaat.
Zie Referentiewaarde instellen op pagina 6.
De volgende meetmethode geldt voor hellingshoeken, die ten
opzichte van de horizontaal kleiner dan 45° zijn:
1. Druk één keer kort op de toets voor indirecte metingen (9).
– Het symbool
voor de indirecte meting verschijnt op het
display.
– De hellingshoek wordt rechts op de derde regel van de
bovenste
meetwaardeweergave
voorbeeld 33.0°).
– Het referentiepunt wordt weergegeven t.o.v. de achterkant
van het apparaat (29).
– De balk met het cijfer 1 (hypotenusa) knippert.
29
28
1
0
2
3
2
1
1
3
3
2
25
8
B
weergegeven
max
00
00
a
h
fti
m
a
b
min
00
00
v
b
fti
m
b
00
00
fti
m
00
00
fti
m
Bedieningshandleiding – laserafstandsmeetapparaat BD25
2. Richt het apparaat op het hoogste punt (A) en druk één keer
kort op de inschakel-/meettoets (7), om een meting uit te
voeren. Houd het apparaat hierbij zo stil mogelijk en plaats
het met de beide achterkanten vlak op de ondergrond. De
aanslag op de beide achterkanten mag zich tijdens de
metingen niet wijzigen!
– De meting en berekening worden uitgevoerd.
– In de bovenste meetwaardeweergave worden de
horizontale (1e regel) en verticale (2e regel) weergegeven.
– Het te bepalen traject wordt als resultaat in de onderste
meetwaardeweergave (25) weergegeven.
Is de hellingshoek ten opzichte van de horizontaal groter dan 45°,
klinkt bij een poging de lengte van de hypotenusa te meten een
drievoudig korte signaaltoon en wordt de hoekmaat niet meer in
de bovenste meetwaardeweergave weergegeven. Ga in dit geval
als volgt te werk:
1. De indirecte hoogtemeting is actief en de hellingshoek ligt
niet meer binnen het meetbereik, d.w.z. in plaats van een
getal wordt ----- in de derde regel bij de bovenste
meetwaardeweergave weergegeven.
– Het symbool
display weergegeven.
– De balk met het cijfer 1 (hypotenusa) knippert.
2. Druk lang op de toets voor de hellingshoek (15).
– Er wordt geen hoek meer weergegeven.
(zie
29
28
25
3. Richt het apparaat eerst op het hoogste punt (A) en druk één
keer kort op de inschakel-/meettoets (7), om een meting uit
te voeren. Houd het apparaat hierbij zo stil mogelijk en plaats
het met de beide achterkanten vlak op de ondergrond. De
aanslag op de beide achterkanten mag zich tijdens de
metingen niet wijzigen!
– De
lengte
meetwaardeweergave op de 1e regel weergegeven.
voor de indirecte meting wordt op het
max
00
00
a
h
fti
m
a
b
min
00
00
v
b
fti
m
b
1
0
2
00
3
00
2
1
1
fti
m
3
3
2
26
00
00
fti
m
van
het
traject
wordt
in
directe
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
