Tabel 1: Alarmmodi van centrale
Alarmmodus
Bluspreactivering
Blusactivering
Blusmiddelvrijgave
Brandalarm
2
Beschrijving
Er is een alarm in een branddetectiegroep gedetecteerd, maar
een alarm in een andere branddetectiegroep moet worden
gedetecteerd om de blusgebeurtenis te activeren.
Brandsignaalgevers worden in deze modus direct met een
constant signaal geactiveerd. Na elke willekeurige
geconfigureerde vertraging wordt de doormeldingsfunctie,
indien beschikbaar, geactiveerd.
Als in de tweede groep die aan het blusdetectiegebied
gekoppeld is, geen alarm gerapporteerd wordt en als "blussen
starten" op geen enkele handbrandmelder geactiveerd wordt,
blijft het preactiveringsalarm actief tot de centrale door een
geautoriseerde operator hersteld wordt. Het systeem gaat niet
door naar het blusactiveringsalarm.
Als de centrale geconfigureerd is met slechts een groep
gekoppeld aan het blusgebied, activeert een alarm in die zone
een blusactiveringsalarm (er is geen preactiveringsalarm).
Deze modus wordt ook wel "in vertraging voor vrijgave"
genoemd.
De centrale heeft een blusgebeurtenis (afhankelijk van de
configuratie zijn een of twee branddetectiegebieden in
alarmmodus) gedetecteerd of op handbrandmelder werd
"blussen starten" geactiveerd.
In deze modus worden blussignaalgevers geactiveerd.
Normaal gesproken heeft de installateur van het systeem een
onderbroken signaal geconfigureerd.
Als een blusactiveringsalarm niet wordt geannuleerd
(door "blussen afbreken" op de handbrandmelder te activeren)
of wordt onderbroken (door "blussen afbreken" op de
handbrandmelder te activeren), schakelt het systeem na de
geconfigureerde vertraging om naar de blusvrijgavemodus.
De standaardvertraging is 10 seconden. U kunt echter
maximaal 60 seconden instellen.
Tijdens een blusactiveringsfase kan de centrale niet worden
hersteld en is de herstelknop mogelijk maximaal 30 minuten
uitgeschakeld.
Het blusmiddel wordt in het blusgebied vrijgegeven. De
optische waarschuwingssignalen of -panelen op de locatie
worden geactiveerd. Normaal gesproken heeft de installateur
van het systeem de blussignaalgevers zo geconfigureerd dat
ze een continu signaal laten horen.
Het blusproces kan niet worden gestopt nadat het gestart is en
het blussen gaat door tot de blusmiddeltank leeg is.
Een alarm in een groep die niet aan het blusgebied gekoppeld
is, of een gebeurtenis activeert een brandalarm.
In deze modus worden brandsignaalgevers en andere
systeemfuncties of apparaten na een geconfigureerde
vertraging geactiveerd. Er worden geen blusalarmen of
apparaten geactiveerd.
KFP-CX3E-serie Bedieningshandleiding