KNX
De aanwezigheidsmelder 'Standard' is als individueel toestel
inzetbaar. Het gebruik van twee aanwezigheidsmelders 'Standard' in
één ruimte, om het detectiegebied te vergroten, is niet mogelijk. Beide
toestellen zouden elkaar beïnvloeden.
Werking aanwezigheidsmelder 'Universal'
Voor de instabus-aanwezigheidsmelder 'Universal' zijn drie
bedrijfsstanden instelbaar:
•
plafonddetector
•
aanwezigheidsmelder
•
meldstand
De instelling van de bedrijfsstanden geschiedt bij de parametrisering van
het toestel door de ETS software.
Daarbij kan worden ingesteld, of slechts één bedrijfsstand actief is
(mono-bedrijf) of tussen twee bedrijfsstanden via de instabus EIB
geswitcht kan worden (wisselstand, b.v. overdag aanwezigheidsmelding
en 's nachts meldstand). In beide bedrijfsstanden zijn 2 uitgangskanalen
beschikbaar, die afzonderlijk parametriseerbaar zijn.
De aanwezigheidsmelder 'Universal' is al naar gelang de toepassing
als los toestel, als 'centrale' of als impulsgever inzetbaar. Bij
toepassing als centrale/ impulsgever kan het detectiegebied worden
vergroot. De aanwezigheidsmelder 'Universal' kan ook samen met
JUNG Automaticinbouwschakelaars als centrale of impulsgever
worden ingezet. Als impulsgever voor helderheidsonafhankelijk
inschakelen kan ook een toetssensor worden gebruikt.
Beschrijving van de bedrijfsstanden met vooringestelde parameters
Bedrijfsstand plafonddetectie
In de bedrijfsstand plafonddetectie herkent het toestel bewegingen en
verzendt bij detectie direct een geparametriseerd radiogram, wanneer de
gemeten helderheidswaarde beneden het ingestelde schemerniveau ligt.
Het toestel werkt nu onafhankelijk van de lichthelderheid. Zodra niet
langer bewegingen worden herkend, verzendt het toestel bij beëindiging
van de detectie het geparametriseerde radiogram na afloop van een
ingestelde zendvertragingstijd.
Bedrijfsstand aanwezigheidsmelding
In de bedrijfsstand aanwezigheidsmelding registreert het toestel de
aanwezigheid van een persoon en verzendt bij detectie een
geparametriseerd radiogram, wanneer de gemeten helderheidswaarde
beneden het ingestelde schemerniveau ligt.
Zodra geen aanwezigheid meer herkend wordt en de ingestelde
zendvertragingstijd afgelopen is of het ingestelde schemerniveau
gedurende minimaal 10 minuten met een dubbele waarde overschreden
werd, zendt de aanwezigheidsmelder bij beëindiging van de detectie het
geparametriseerde radiogram na afloop van een ingestelde
zendvertragingstijd.
Het functionaliteitsverschil ten opzichte van de bedrijfsstand
plafonddetectie is gelegen in de verwerking ...
a) van het bewegingssignaal
In tegenstelling tot de detectorfunctie leiden pas meerdere achter elkaar
optredende bewegingsimpulsen tot herkenning van iemands
aanwezigheid (presentie).
Aanwezigheidsmelder
Standaard / Universeel
Art.nr.: 3360, 3360-1
3