2.1
Waterdruk
De waterdruk moet tussen 2 bar en 7 bar
liggen.
De waterdruk mag 2 bar niet onderschrijden,
omdat anders de functie kan worden belem-
merd! Indien de waterontharder niet regel-
matig wordt onderhouden, kan dit leiden tot
een drukverlies en een belemmering van de
onthardingsfunctie.
ATTENTIE
(zie hoofdstuk "Veiligheidsinstructies en
gevaren indien niet nagekomen")
Bij een waterdruk van meer dan 7 bar moet
er een drukregelaar voor de waterontharder
geïnstalleerd worden (zie afb. 2). Een
bedrijfsdruk van meer dan 7 bar kan leiden
tot bedrijfsstoringen.
1
1 = drukregelaar
Afb. 2: Drukregelaar voor de installatie
Bij moderne sanitaire installaties (bijzonder
bij gebruik van eenhandmengkranen) treden
vaak ondanks normale netdrukverhoudin-
gen drukpieken van meer dan 30 bar op. Dit
kan leiden tot beschadigingen van voor de
functie belangrijke inwendige delen van de
besturing. De optimale bedrijfsdruk voor de
waterontharders ligt bij 3 bar tot 5 bar. Hier-
bij werken zij het meest rendabel.
Voorgeschreven gebruik
2.2
2.2.1 Elektrische apparaten /
Elektrische apparatuur / inrichtingen die niet
spatwaterdicht zijn en zich in de buurt van
de waterontharder bevinden, kunnen door
water worden beschadigd, dat uit de water-
ontharder stroomt bij terugspoeling of ondes-
kundig gebruik. Wanneer de elektrische
apparatuur / inrichtingen aangesloten zijn
aan de stroomverzorging, kan er bovendien
kortsluiting optreden. Voor personen bestaat
er in dit geval het gevaar van een elektrische
schok. In de buurt aanwezige elektrische
apparatuur / inrichtingen moeten derhalve
spatwaterdicht zijn resp. voldoen aan de
wettelijke voorschriften voor natte ruimten
(IP44).
(zie hoofdstuk "Veiligheidsinstructies en
gevaren indien niet nagekomen")
Wees voorzichtig bij aanraking zonder
afdekkap! De belastingsweerstanden op de
elektrische schakeling kunnen tijdens de
werking heet worden.
JUDO QUICKSOFT-DUO
Bij een waterdruk van 5 bar tot 7
bar adviseren wij een drukregelaar
te instaleren.
Verwijzing naar bijzondere
gevaren
voorzieningen
Er mogen geen elektrische leidingen
en toestellen onder of in de directe
omgeving van de waterontharder
aanwezig zijn!
In de netvoeding wordt de netspan-
ning tot een ongevaarlijke laagspan-
ning van 24 VDC gereduceerd, waar-
mee het elektronisch systeem van de
installatie wordt bedreven. Er mogen
geen andere netvoedingen worden
gebruikt.
ATTENTIE
7