Het wijzigen van instellingen
Kies met de of - toetsen de ge-
wenste variant.
0:Toetssignaal uit en deuralarm uit.
1Toetssignaal uit en deuralarm aan
(na 4 minuten)
2:Toetssignaal uit en deuralarm aan
(na 2 minuten)
3: Toetssignaal aan en deuralarm aan
(na 2 minuten)
Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
Wat u heeft ingesteld, wordt overgeno-
men. Symbool knippert.
Tip de Aan/Uit - toets voor de instel-
lingsmodus aan om deze modus te
verlaten. Doet u dat niet, verlaat de
elektronica na ca. één minuut auto-
matisch de instellingsmodus.
30
Lichtsterkte van het display
U kunt de lichtsterkte van het display
aan de omgeving aanpassen.
De lichtsterkte van het display kunt u
stapsgewijs instellen op standen 1tot 3.
In de fabriek is 3 ingesteld (maximale
lichtsterkte).
Lichtsterkte van het display instellen
Tip de Aan/Uit - toets voor de instel-
lingsmodus aan.
In het display verschijnen alle symbolen
voor de instellingsmodus. Symbool
knippert.
Tip de temperatuurtoetsen ( of )
zo vaak aan, totdat in het display
symbool begint te knipperen.
Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
In het display knippert de laatst inge-
stelde variant. Symbool brandt.