Wissen van een draadloze toewijzing
1. Houd de rode toets gedurende ca. 20 seconden ingedrukt.
✓ Na ca. 4 seconden begint de bovenste rode LED te knipperen, na
20 seconden gaat dit knipperen gedurende ca. 6 seconden over in
periodieke flitsen.
2. Laat binnen deze 6 seconden de rode toets kort los en druk deze ver-
volgens nogmaals gedurende ca. 1 seconde in.
✓ Tijdens het wissen brandt de bovenste rode LED continu. Het met suc-
ces wissen van de toewijzing wordt aangegeven met het snel knippe-
ren van de bovenste rode LED.
✓ Het knipperen stopt na ca. 1 minuut of na een korte druk op een toets.
i
Wissen door opnieuw inleren
Overeenkomstig de andere componenten van het Gira draadloze bussys-
teem kan de toewijzing ook worden gewist door dezelfde zender
opnieuw in te leren.
Opvragen van de ventielstand (standweergave)
De standweergave geeft de huidige stand van de draadloze gemotori-
seerde regelaandrijving aan. Deze functie is b.v. nuttig, wanneer het in de
ruimte te koud of te warm is en de gemeten waarde met de potentiometer
moet worden afgesteld.
1. U start de standweergave door
beide toetsen tegelijk kort in te
drukken.
✓ De LED's branden gedurende
ca. 3 seconden en geven de pro-
centuele ventielstand op dat
moment aan.
Ventielstand:
> 60 %
40 - 60 %
20 - 40 %
0 - 20 %
0 %
Afstellen van de gemeten waarde
Met de potentiometer van de draadloze gemotori-
seerde regelaandrijving kan de gemeten tempera-
tuur worden verschoven (ca. +6 tot -2 Kelvin). Dat
is b.v. nodig om meetafwijkingen te compenseren,
wanneer de draadloze gemotoriseerde rege-
laandrijving zich achter een afscherming of gordijn
bevindt.
1. Ontgrendel het deksel met de speciale sleutel
en klep het open.
2. Wijzig met de potentiometer de gemeten
waarde in de gewenste richting:
• wanneer het in de ruimte te warm wordt, in de
richting –
• wanneer de ingestelde temperatuur niet
wordt bereikt, in de richting +
3. Sluit het deksel van de draadloze gemotori-
seerde regelaandrijving met een vlotte beweging en vergrendel deze
met de speciale sleutel.
Aansluiten van een losse sensor
Wanneer de regelaandrijving verdekt wordt gemon-
teerd (b.v. achter een radiatorombouw of een gor-
dijn), kan de temperatuurmeting onbetrouwbaar
worden. In dat geval is het raadzaam een losse sen-
sor aan te sluiten en deze op afstand van de radiator
in de ruimte aan te brengen.
1. Breek de klemafdekking aan de achterzijde van
de draadloze gemotoriseerde regelaandrijving
met een kleine schroevendraaier uit.
2. Sluit de leiding van de losse sensor op de klem-
men aan.
°C
+
+
0
–
7