2
V
EILIGHEIDSBEPALINGEN
2.1
Wezenlijke veiligheidsaanwijzingen
• Opdat de tankwagenladder veilig staat en niet wordt overbelast, gelden de voorschriften en normen
DIN EN 131-1, DIN EN 131-2 en ZH 1/367 (gedeeltelijk).
• Voor het gebruik van de tankwagenladder gelden de voorschriften van BGV D36 "Ladders en treeplanken",
van BGI 694 "Gebruikshandleiding voor de omgang met ladders en treeplanken" en indien van toepassing
van BGV D33 "Werkzaamheden nabij spoorwegen".
• Voor het gebruik van de lier gelden de voorschriften van BGV DB "Lieren, hef- en trekapparaten".
• Voor het gebruik van elektrische apparaten op de tankwagenladder gelden de voorschriften van ZH 1/228
"Veiligheidsregels voor toepassing van elektrische bedrijfsmiddelen bij verhoogd gevaar door elektriciteit".
Norm / Voorschrift
Geldigheid
DIN EN 131-1
Ladders
DIN EN 131-2
Ladders
BGI 594
"Veiligheid en gezondheidsbescherming op locaties
met verhoogd gevaar door elektriciteit"
BGI 637
Platformladders (gedeeltelijk)
BGI 694
"Omgang met ladders en treeplanken"
BGV D36
"Ladders en treeplanken"
BGV D33
"Werkzaamheden nabij spoorwegen"
BGV D8
"Lieren, hef- en trekapparaten"
2.2
Veiligheidssymbolen
In de opbouw- en gebruiksaanwijzing worden de volgende benamingen en symbolen gebruikt om voor gevaren
te waarschuwen:
Dit symbool waarschuwt voor een gevaarlijke locatie.
Dit symbool duidt op adviezen en aanwijzingen voor een optimaal gebruik van de
tankwagenladder.
Dit symbool duidt op aanwijzingen voor het op juiste wijze afvoeren en opslaan van afvalstoffen.
- 6 -