3.
Gebruik de centreerpen om de machine in de juiste positie te plaatsen, met de punt van de
centreerpen gericht op het gemarkeerde midden van het gat;
4.
Schakel de magneet in en controleer of de boor in de juiste positie staat en of de machine strak
tegen het werkstuk wordt geduwd;
5.
Open de kraan van het smeersysteem om de snijolie vrij te laten stromen;
6.
Schakel de motor in en laat deze op de vereiste snelheid draaien;
7.
Beweeg de hendels naar het werkstuk cm te beginnen met boren. Oefen slechts een lichte druk
uit wanneer de kernboor het metaal raakt. Duw de kernboor niet met kracht in het metaal;
8.
Oefen een regelmatige druk uit tijdens het boren. De boorprestaties verbeteren niet door meer
druk op de machine te zetten. Te veel druk zal de motor overbelasten en de kernboor zal eerder
versleten zijn;
Een doorlopende, niet-verkleurde ijzeren krul is een teken van de juiste boorsnelheid en een
goed gekoelde, scherpe kernboor. Laat de kernboor het werk doen en geef hem de tijd om het
metaal te snijden!
9.
Pas de olietoevoer indien nodig aan;
10. Oefen minder druk uit wanneer de boor door het materiaal snijdt. De metalen kern wordt door
de centreerpen uit de kernboor geduwd;
11. Beweeg de hendels in omgekeerde richting om de motor in de hoogste positie te zetten en
schakel de motor uit;
12. Verwijder de bramen, metalen spaanders en reinig de kernboor en het oppervlak zonder
verwondingen te krijgen.
WAARSCHUWING: De metalen kern kan scherp en erg heet zijn!
5.2 Spiraalboren
Weldon schacht
Gebruik spiraalboren met 19,05 mm (3/4") Weldon schacht (EUROBOOR code SPI of SSPI). Lijn de
platte vlakken op de schacht uit met de schroeven in de spindel. Zorg ervoor dat de schacht volledig
en correct is ingevoerd. Bevestig de schroeven met de meegeleverde inbussleutel.
Volg de verdere stappen in paragraaf Kernboren.
23