System 3000
toerentalregelaar-basiselement
■
Apparaat volgens schakelschema (Afbeelding 1) aansluiten. Daarbij op klembare kabeldi-
ameters (Afbeelding 2) letten
■
Apparaat in apparatuurdoos monteren.
Door kort indrukken van de knop Test (1) kan de motor worden geschakeld.
■
Minimaal toerental instellen, zie hoofdstuk Minimaal toerental instellen.
■
Afdekking monteren.
Overtemperatuurbeveiliging/kortsluitbeveiliging resetten
Als de elektronische overtemperatuur- of kortsluitbeveiliging is geactiveerd, moet de toerentalin-
steller van het net worden losgekoppeld.
5.2 Inbedrijfname
Minimaal toerental instellen
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische schokken.
De volgende werkzaamheden moeten bij netspanning plaatsvinden; daarom mogen
deze alleen door een elektro-installateur worden uitgevoerd!
Voor de werkzaamheden alleen geïsoleerd gereedschap gebruiken! Spanningvoe-
rende delen in de omgeving afdekken.
Het minimale toerental moet zo worden ingesteld dat de motor bij de laagste toerentalin-
stelling niet stil komt te staan.
Voorwaarden: toerentalinsteller is bedrijfsklaar en de centrale plaat is niet gemonteerd.
Knop Test (1) indrukken totdat de LED (2) gaat branden.
■
De actuele bedrijfsmodus blijft gelijk.
Na 45 seconden zonder bediening gaat de LED (2) uit en het apparaat sluit de instelmo-
dus af. Het minimale toerental blijft ongewijzigd.
■
Draaias (3) kort draaien.
LED (2) knippert. Toerentalinsteller stelt het hoogste instelbare minimale toerental in.
■
Draaias (3) naar links of rechts draaien om het minimale toerental in te stellen. Houd
daarbij rekening met het nalopen van de motor!
■
Instelling opslaan: knop Test (1) korter dan 1 seconde indrukken of 45 seconden niet be-
dienen.
LED (2) gaat uit. Toerentalinsteller wordt uitgeschakeld.
6
Technische gegevens
Nominale spanning
Netfrequentie
Standby-vermogen
82404702
Afbeelding 2: Klembare leidingdoorsnedes
01.04.2021
AC 230 V~
50 / 60 Hz
< 0,5 W
3 / 5